ECLI:NL:GHAMS:2024:856

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 april 2024
Publicatiedatum
4 april 2024
Zaaknummer
200.291.433/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake onderzoek naar beleid en gang van zaken van Beheersmaatschappij Johema B.V.

Op 4 april 2024 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van Beheersmaatschappij Johema B.V. en andere betrokken vennootschappen. Deze beschikking volgt op een reeks eerdere beschikkingen waarin een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Johema c.s. was bevolen. De Ondernemingskamer heeft kennisgenomen van het verslag van het onderzoek dat op 2 april 2024 is ingediend. In de beschikking wordt bepaald dat het verslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden. Tevens is de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De Ondernemingskamer heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de belangen van de betrokken partijen en de inhoud van het onderzoeksverslag. De beschikking is gegeven door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, bijgestaan door twee raden en de griffier, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.291.433/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 4 april 2024
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERSMAATSCHAPPIJ JOHEMA B.V.,
gevestigd te Budel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A B.V.],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. R.J.W. Analbersen
mr. B. Rikkert,beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERSMAATSCHAPPIJ JOHEMA B.V.,
gevestigd te Budel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A B.V.],
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. R.J.W. Analbersen
mr. B. Rikkert, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[B] ,

wonend te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C B.V.],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. M.H.J. van Rest, kantoorhoudende te Den Haag,
e n t e g e n
3. de vennootschap naar Belgisch recht,
SPYKE N.V.,
gevestigd te Pelt, Belgie,
BELANGHEBBENDE,
niet bij advocaat verschenen,
e n t e g e n

4.[D] ,

wonend te [....] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E B.V.],
gevestigd te [....] ,
6. de vennootschap naar Belgisch recht
STERU N.V.,
gevestigd te Pelt, België,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. W.L.H. Aertsen
mr. R.A.M.D. Smit, beiden kantoorhoudende te Eindhoven,
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoeksters ieder afzonderlijk als Johema en [A B.V.] , gezamenlijk als
Johema c.s., en – als voorwerp van deze enquêteprocedure – als de Vennootschappen;
  • belanghebbende sub 1 als [B] ;
  • belanghebbende sub 2 als [C B.V.] ;
  • belanghebbenden sub 1 en sub 2 gezamenlijk als [F c.s.] ;
  • belanghebbende sub 3 als Spyke;
  • belanghebbende sub 4 als [D] ;
  • belanghebbende sub 5 als [E B.V.] ;
  • belanghebbende sub 6 als Steru;
  • belanghebbenden sub 4 t/m 6 gezamenlijk als [G c.s.] ;
  • mr. P.D. Olden als Olden;
  • W.L. Meijer als Meijer;
  • mr. P.W. Schreurs als Schreurs.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 12 mei 2021, 20 mei 2021, 27 oktober 2022, 31 augustus 2023, 16 oktober 2023, 11 januari 2024 en 28 maart 2024 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Johema c.s., bepaalde onmiddellijke voorzieningen getroffen, Olden (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en bepaald dat de kosten van het onderzoek (hoofdelijk) ten laste komen van Johema c.s. Bij beschikking van 27 oktober 2022 heeft de Ondernemingskamer het onderzoeksbudget vastgesteld op € 47.600, exclusief btw. Naar aanleiding van de beschikking van 31 augustus 2023 – waarin de Ondernemingskamer zowel het te onderzoeken onderwerp als de periode van het onderzoek heeft uitgebreid – heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht om verhoging van het onderzoeksbudget, waarna de Ondernemingskamer bij beschikking van 16 oktober 2023 het onderzoeksbudget heeft verhoogd tot € 76.200, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen. Bij beschikking van 11 januari 2024 heeft de Ondernemingskamer het onderzoeksbudget verhoogd tot € 90.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen. Bij beschikking van 28 maart 2024 heeft de Ondernemingskamer het onderzoeksbudget verhoogd tot € 120.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet in begrepen.
1.3
Op 2 april 2024 heeft de onderzoeker het verslag met bijlagen van het in 1.2 bedoelde onderzoek aan de Ondernemingskamer doen toekomen.
1.4
De griffier heeft het verslag heden ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer heeft kennis genomen van het verslag van het onderzoek. Gelet op de inhoud daarvan en op de overigens in deze zaak betrokken belangen, acht de Ondernemingskamer termen aanwezig om op de voet van artikel 2:353 lid 2 BW te bepalen dat het verslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt dat het verslag van het bij de beschikking van 12 mei 2021 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [A B.V.] en Beheersmaatschappij Johema B.V. ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. de Jongh, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. A.C. Faber, raadsheren, en drs. P.G. Boumeester en prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen, raden, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Frans, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. J.M. de Jongh op 4 april 2024.