ECLI:NL:GHAMS:2024:799

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 maart 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
200.291.433/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in een enquêteprocedure

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 28 maart 2024 een beschikking gegeven inzake het verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in een enquêteprocedure. De betrokken partijen zijn onder andere de besloten vennootschappen Johema B.V. en [A] B.V., die als verzoeksters optreden, en verschillende belanghebbenden waaronder [B], [C], en Spyke N.V. De Ondernemingskamer heeft eerder beschikkingen gegeven waarin een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Johema c.s. is bevolen. Het onderzoeksbudget was aanvankelijk vastgesteld op € 47.600, maar is in de loop van de procedure verhoogd naar € 90.000. De onderzoeker heeft op 25 maart 2024 verzocht om een verdere verhoging van het budget naar € 120.000, omdat hij meer uren heeft besteed dan begroot. Zowel Johema c.s. als [D] c.s. hebben geen bezwaar gemaakt tegen deze verhoging. De Ondernemingskamer heeft, gezien het ontbreken van bezwaren, het verzoek van de onderzoeker toegewezen en het nieuwe budget vastgesteld op € 120.000, exclusief btw. De kosten van het onderzoek komen hoofdelijk ten laste van Johema B.V. en [A] B.V. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.291.433/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 28 maart 2024
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERSMAATSCHAPPIJ JOHEMA B.V.,
gevestigd te Budel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] B.V.,
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. R.J.W. Analbersen
mr. B. Rikkert,beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERSMAATSCHAPPIJ JOHEMA B.V.,
gevestigd te Budel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] B.V.,
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. R.J.W. Analbersen
mr. B. Rikkert, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[B] ,

wonend te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C] B.V.,
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. M.H.J. van Rest, kantoorhoudende te Den Haag,
e n t e g e n
3. de vennootschap naar Belgisch recht,
SPYKE N.V.,
gevestigd te Pelt, Belgie,
BELANGHEBBENDE,
niet bij advocaat verschenen,
e n t e g e n

4.[D] ,

wonend te [....] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E] B.V.,
gevestigd te [....] ,
6. de vennootschap naar Belgisch recht
STERU N.V.,
gevestigd te Pelt, België,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. W.L.H. Aertsen
mr. R.A.M.D. Smit, beiden kantoorhoudende te Eindhoven,
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoeksters ieder afzonderlijk als Johema en [A] , gezamenlijk als
Johema c.s., en – als voorwerp van deze enquêteprocedure – als de Vennootschappen;
  • belanghebbende sub 1 als [B] ;
  • belanghebbende sub 2 als [C] ;
  • belanghebbenden sub 1 en sub 2 gezamenlijk als [B] c.s.;
  • belanghebbende sub 3 als Spyke;
  • belanghebbende sub 4 als [D] ;
  • belanghebbende sub 5 als [E] ;
  • belanghebbende sub 6 als Steru;
  • belanghebbenden sub 4 t/m 6 gezamenlijk als [D] c.s.;
  • mr. P.D. Olden als Olden;
  • W.L. Meijer als Meijer;
  • mr. P.W. Schreurs als Schreurs.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 12 mei 2021, 20 mei 2021, 27 oktober 2022, 31 augustus 2023, 16 oktober 2023 en 11 januari 2024 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Johema c.s., bepaalde onmiddellijke voorzieningen getroffen, Olden (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en bepaald dat de kosten van het onderzoek (hoofdelijk) ten laste komen van Johema c.s. Bij beschikking van 27 oktober 2022 heeft de Ondernemingskamer het onderzoeksbudget vastgesteld op € 47.600, exclusief btw. Naar aanleiding van de beschikking van 31 augustus 2023 – waarin de Ondernemingskamer zowel het te onderzoeken onderwerp als de periode van het onderzoek heeft uitgebreid – heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht om verhoging van het onderzoeksbudget, waarna de Ondernemingskamer bij beschikking van 16 oktober 2023 het onderzoeksbudget heeft verhoogd tot € 76.200, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen. Bij beschikking van 11 januari 2024 heeft de Ondernemingskamer het onderzoeksbudget verhoogd tot € 90.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.3
Bij e-mail van 25 maart 2024 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht het onderzoeksbudget te verhogen tot in totaal € 120.000 (exclusief btw), omdat hij meer uren heeft besteed dan begroot.
1.1
Bij e-mail van 25 maart 2024 hebben (de advocaten van) [D] c.s. en Johema c.s., ieder afzonderlijk, de Ondernemingskamer bericht geen bezwaar te hebben tegen verhoging van het onderzoeksbudget.
1.2
Bij e-mail van 26 maart 2024 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer [B] c.s. in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek van de onderzoeker.
1.3
Bij e-mail van 28 maart 2024 heeft (de advocaat van) [B] c.s. de Ondernemingskamer bericht geen bezwaar te hebben tegen verhoging van het onderzoeksbudget.

2.De gronden van de beslissing

Nu er geen bezwaren zijn aangevoerd tegen de verzochte verhoging van het onderzoeksbudget en het verzoek de Ondernemingskamer niet onredelijk voorkomt, zal de Ondernemingskamer het verzoek van de onderzoeker als na te noemen toewijzen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 120.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat deze kosten hoofdelijk ten laste komen van [A] B.V. en Johema Beheersmaatschappij B.V.;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. de Jongh, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. A.C. Faber, raadsheren, en drs. P.G. Boumeester en prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen, raden, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Frans, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.W.H. Vink op 28 maart 2024.