Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1]
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
“800.000,- Klaar alles”. Op de achterzijde staat onder meer:
(“na alle bezichtigingen wel een must”) en de wens voor een woongarantie in de toekomst in de vorm van extra permanente bewoning (“
Voorkeur is buiten het hoofdgebouw. Tweede keus is in het hoofdgebouw”).
4.Beoordeling
800.000,- Klaar alles”,en op de achterzijde:
“(…) Stolp op 600.000 (…) Grond 227.000 (…), Moet op 900.000 uit komen dan”.Vervolgens hebben [geïntimeerden] op 22 oktober 2019 van het aan [appellante] gelieerde bedrijf Ambacht Aannemersbedrijf B.V. een richtprijs voor een stolp van 12 x 13 meter ontvangen van € 498.500,00 (na een eerdere richtprijs op 2 juli 2019 van € 500.000,00 voor een stolp van 12 x 12 meter) aan de hand waarvan [geïntimeerden] , zoals voor [appellante] duidelijk moet zijn geweest, hebben aangenomen dat de bouw van een stolpwoning binnen hun aan [appellante] kenbaar gemaakte budget zou passen. Het hof acht voorts van belang dat [appellante] op haar website bij het bouwstappenplan aangeeft dat er overleg plaatsvindt over de mogelijkheden, dat het budget, inclusief de marge wordt bepaald (waarbij wordt aangegeven dat bouwprojecten vrijwel nooit goedkoper uitvallen dan van te voren gepland) en dat er regelmatig overleg plaatsvindt om te kijken of alles nog naar wens gaat en of er misschien ergens bijgestuurd moet worden. [appellante] geeft daarbij aan dat zo het teken- en bouwtraject goed in de gaten kan worden gehouden en kosten kunnen worden bespaard. Tegen deze achtergrond is het hof met de kantonrechter van oordeel dat het aan [appellante] als opdrachtnemer was om er, ook uit eigen beweging, voor te waken dat haar ontwerp binnen het budget, dan wel met hooguit een minimale overschrijding van het budget, van [geïntimeerden] kon worden gerealiseerd. Juist omdat [geïntimeerden] tijdig hebben aangegeven dat zij slechts een beperkt budget tot hun beschikking hadden en de begroting vrijwel precies overeenkwam met het beschikbare budget, had dit voor [appellante] reden moeten zijn om extra zorgvuldig jegens hen op te treden. Bij wijzigingen van de bouwplannen of andere omstandigheden die leiden tot een forse budgetoverschrijding waar [geïntimeerden] als klant niet op zijn bedacht was en ook niet bedacht hoefde te zijn, mocht van [appellante] worden verwacht dat zij hiervoor tijdig waarschuwde. [appellante] moest zich als goed opdrachtnemer realiseren dat het ontwerp van een woning die door [geïntimeerden] niet gerealiseerd kan worden voor hen geen waarde heeft.
800.000,- Klaar alles, Stolp op 600.000 (…) Grond 227.000 (…) Moet op 900.000 uit komen dan”). [appellante] wist daarmee dat [geïntimeerden] voor de bouw van de stolp (nog zonder het bijgebouw dat zij ook in enige vorm wilden realiseren) maximaal € 573.000,00 hadden begroot. Dat bedrag was inclusief leges en de kosten van de tekeningen, die door [appellante] in haar opgave van 2 juli 2019 op € 17.000,00 werden geschat. [appellante] heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat hij op de hoogte was van het feit dat de financiële middelen van [geïntimeerden] een ernstige overschrijding van het budget niet toelieten. Dat [appellante] in de veronderstelling was dat de moeder van mevrouw Edens mogelijk bij partijen zou gaan wonen, hetgeen mogelijk extra budget zou opleveren, is door [appellante] niet nader onderbouwd en door [geïntimeerden] nadrukkelijk betwist.
5.De slotsom
€ 178,00(plus de verhoging zoals in de beslissing vermeld)