ECLI:NL:GHAMS:2024:780
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderalimentatie en draagkracht in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie die de man dient te betalen voor zijn twee minderjarige kinderen. De man, die in eerste aanleg was veroordeeld tot het betalen van € 455,- per kind per maand, heeft in hoger beroep verzocht om deze alimentatie op nihil te stellen, onderbouwd met claims over zijn financiële situatie en het ontbreken van inkomsten uit zijn ondernemingen. De vrouw heeft hiertegen verweer gevoerd en verzocht de eerdere beschikking te bekrachtigen.
Het hof heeft vastgesteld dat de man onvoldoende gegevens heeft verstrekt over zijn inkomen en financiële situatie. De man heeft twee ondernemingen gehad, maar heeft niet kunnen aantonen dat hij geen inkomsten genereert. Het hof heeft besloten om uit te gaan van het gebruikelijke DGA-salaris, wat resulteert in een netto besteedbaar inkomen van € 2.704,- per maand voor de man. Op basis van dit inkomen is de behoefte van de kinderen vastgesteld en de draagkracht van beide ouders vergeleken.
Uiteindelijk heeft het hof bepaald dat de man vanaf 6 april 2022 € 113,- per kind per maand aan kinderalimentatie moet betalen, wat aanzienlijk lager is dan de eerder vastgestelde bijdrage. De verzoeken van de man in het incident zijn afgewezen, omdat er geen belang meer bij was na de eindbeslissing in de hoofdzaak. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de man moet de toekomstige termijnen bij vooruitbetaling voldoen.