Op 4 januari 2024 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een mondelinge uitspraak gedaan in een procedure waarin [A] Beheer B.V. een verzoek heeft ingediend tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Mezutec Groep en aanverwante vennootschappen. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. R.A.G. de Vaan, heeft gegronde redenen aangevoerd om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken binnen de betrokken vennootschappen. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er aanleiding is om onmiddellijke voorzieningen te treffen, waaronder de benoeming van een bestuurder met beslissende stem en de overdracht van aandelen ten titel van beheer.
Tijdens de zitting waren de betrokken partijen aanwezig, waaronder [B] Beheer en HTH, die ook hun standpunten hebben toegelicht. De Ondernemingskamer heeft na de behandeling van de verzoeken besloten om bij wijze van onmiddellijke voorziening een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Mezutec Groep en Enjatec, met de opdracht om ook te bezien of een minnelijke regeling tussen partijen kan worden bereikt. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad en de kosten van de benoemde bestuurder komen voor rekening van de vennootschappen.
De Ondernemingskamer heeft verder aangegeven dat op de verzoeken tot het bevelen van een onderzoek en tot kostenveroordeling binnen een redelijke termijn bij beschikking zal worden beslist. De voorzitter heeft de behandeling ter terechtzitting gesloten en een proces-verbaal van de mondelinge behandeling zal aan de partijen worden verzonden.