ECLI:NL:GHAMS:2024:714
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de noodzaak tot curatele op basis van geestelijke toestand en verslavingsproblematiek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de curatele van de betrokkene, geboren in 1994. De betrokkene was eerder onder bewind gesteld vanwege zijn geestelijke toestand en verslavingsproblematiek. De curator heeft in hoger beroep gesteld dat de betrokkene, als gevolg van zijn geestelijke toestand en zijn gewoonte van drank- of drugsgebruik, duurzaam niet in staat is om zijn belangen behoorlijk waar te nemen. De betrokkene ontkent echter dat hij een verslaving heeft en stelt dat hij zijn leven op orde heeft. Hij heeft geen begeleiding van een psychiater of psycholoog en is van mening dat hij in staat is om voor zichzelf te zorgen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 februari 2024 heeft de curator verklaard dat de betrokkene een licht verstandelijke beperking heeft en dat zijn geestelijke toestand instabiel wordt door het gebruik van alcohol en drugs. De curator heeft ook aangegeven dat de betrokkene regelmatig om extra geld vraagt, wat de indruk wekt dat hij zijn weekgeld aan drugs besteedt. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene zorgmijdend is en een beperkt ziekte-inzicht heeft. Gezien de ernst van de situatie en de noodzaak om de belangen van de betrokkene te beschermen, heeft het hof geoordeeld dat curatele noodzakelijk is.
Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd en het verzoek van de betrokkene om de curatele op te heffen afgewezen. De beslissing is genomen met inachtneming van de wettelijke vereisten voor curatele, waarbij is vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om zijn belangen behoorlijk waar te nemen en dat een minder verstrekkende maatregel, zoals bewind, niet voldoende bescherming biedt.