ECLI:NL:GHAMS:2024:70

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 januari 2024
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
200.291.433/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget in enquêteprocedure betreffende Beheersmaatschappij Johema B.V.

Op 11 januari 2024 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van Beheersmaatschappij Johema B.V. en andere betrokken vennootschappen. Deze beschikking betreft een verzoek tot verhoging van het onderzoeksbudget dat eerder was vastgesteld op € 47.600. De onderzoeker had verzocht om een verhoging van het budget naar € 90.000, omdat het eerder vastgestelde bedrag niet toereikend zou zijn voor het benodigde onderzoek. De Ondernemingskamer had eerder al een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Johema c.s. en had in voorgaande beschikkingen al verschillende onmiddellijke voorzieningen getroffen. De partijen, waaronder Johema c.s. en andere belanghebbenden, hebben zich in hun e-mails refererend aan het oordeel van de Ondernemingskamer, geen bezwaren geuit tegen de verhoging van het budget. De Ondernemingskamer heeft, gezien het ontbreken van bezwaren, het verzoek van de onderzoeker toegewezen en het nieuwe budget vastgesteld op € 90.000, exclusief btw. De kosten van het onderzoek komen hoofdelijk ten laste van [[A] B.V.] en Johema Beheersmaatschappij B.V. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.291.433/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 11 januari 2024
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERSMAATSCHAPPIJ JOHEMA B.V.,
gevestigd te Budel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[[A] B.V.],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. R.J.W. Analbersen
mr. B. Rikkert,beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERSMAATSCHAPPIJ JOHEMA B.V.,
gevestigd te Budel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[[A] B.V.],
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. R.J.W. Analbersen
mr. B. Rikkert, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[B] ,

wonend te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[[C] B.V.],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. M.H.J. van Rest, kantoorhoudende te Den Haag,
e n t e g e n
3. de vennootschap naar Belgisch recht,
SPYKE N.V.,
gevestigd te Pelt, Belgie,
BELANGHEBBENDE,
niet bij advocaat verschenen,
e n t e g e n

4.[D] ,

wonend te [....] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[[E] B.V.],
gevestigd te [....] ,
6. de vennootschap naar Belgisch recht
STERU N.V.,
gevestigd te Pelt, België,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. W.L.H. Aertsen
mr. R.A.M.D. Smit, beiden kantoorhoudende te Eindhoven,
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoeksters ieder afzonderlijk als Johema en Holding van Cranenbroek, gezamenlijk als
Johema c.s., en – als voorwerp van deze enquêteprocedure – als de Vennootschappen;
  • belanghebbende sub 1 als [B] ;
  • belanghebbende sub 2 als [[C] B.V.] ;
  • belanghebbenden sub 1 en sub 2 gezamenlijk als [B] c.s.;
  • belanghebbende sub 3 als Spyke;
  • belanghebbende sub 4 als [D] ;
  • belanghebbende sub 5 als [[E] B.V.] ;
  • belanghebbende sub 6 als Steru;
  • belanghebbenden sub 4 t/m 6 gezamenlijk als [D] c.s.;
  • mr. P.D. Olden als Olden;
  • W.L. Meijer als Meijer;
  • mr. P.W. Schreurs als Schreurs.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 12 mei 2021, 20 mei 2021, 27 oktober 2022, 31 augustus 2023 en 16 oktober 2023 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Johema c.s., bepaalde onmiddellijke voorzieningen getroffen, Olden (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en bepaald dat de kosten van het onderzoek (hoofdelijk) ten laste komen van Johema c.s. Bij beschikking van 27 oktober 2022 heeft de Ondernemingskamer het onderzoeksbudget vastgesteld op € 47.600, exclusief btw. Naar aanleiding van de beschikking van 31 augustus 2023 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht om verhoging van het onderzoeksbudget, waarna de Ondernemingskamer bij beschikking van 16 oktober 2023 het onderzoeksbudget heeft verhoogd tot € 76.200, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.3
Bij e-mail van 29 december 2023 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht het onderzoeksbudget te verhogen tot in totaal € 90.000 (exclusief btw), omdat hij voorziet dat het eerder vastgestelde onderzoeksbudget niet toereikend zal zijn.
1.1
Bij e-mail van eveneens 29 december 2023 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek van de onderzoeker.
1.2
Bij e-mail van 4 januari 2024 heeft mr. Van Rest de Ondernemingskamer bericht dat [B] c.s. zich refereren aan het oordeel van de Ondernemingskamer.
1.3
Bij e-mail van 5 januari 2024 heeft mr. Smit de Ondernemingskamer bericht dat [D] c.s. zich eveneens refereren aan het oordeel van de Ondernemingskamer.
1.4
Bij e-mail van 5 januari 2024 heeft mr. Analbers de Ondernemingskamer bericht dat Johema c.s. geen bezwaar hebben tegen verhoging van het onderzoeksbudget.

2.De gronden van de beslissing

Nu er geen bezwaren zijn aangevoerd tegen de verzochte verhoging van het onderzoeksbudget en het verzoek de Ondernemingskamer niet onredelijk voorkomt, zal de Ondernemingskamer het verzoek van de onderzoeker als na te noemen toewijzen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 90.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat deze kosten hoofdelijk ten laste komen van [[A] B.V.] en Johema Beheersmaatschappij B.V.;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. de Jongh, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. A.C. Faber, raadsheren, en drs. P.G. Boumeester en prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen, raden, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Frans, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.W.H. Vink op 11 januari 2024.