In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 maart 2024 uitspraak gedaan in een hoger beroep van Inuikii AG tegen Est’Seven B.V. over een kort geding dat betrekking heeft op een vermeende inbreuk op auteursrecht en slaafse nabootsing. Inuikii, de appellante, stelt dat Est’Seven met haar Est’Mouton boots inbreuk maakt op haar auteursrecht op de Inuikii wintersneaker. De voorzieningenrechter in eerste aanleg had de vordering van Inuikii afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat Inuikii de rechthebbende was op het ontwerp van de wintersneaker. Het hof heeft de feiten en argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Inuikii heeft aangevoerd dat de wintersneaker een auteursrechtelijk beschermd werk is en dat Est’Seven onvoldoende afstand houdt van het ontwerp. Est’Seven betwist dit en stelt dat de schoenen voldoende van elkaar verschillen. Het hof concludeert dat de totaalindruk van de Est’Mouton boot voldoende verschilt van de wintersneaker, waardoor er geen sprake is van inbreuk op het auteursrecht. Daarnaast is er onvoldoende bewijs geleverd dat Inuikii de rechthebbende is op de wintersneaker. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de voorzieningenrechter en wijst de vorderingen van Inuikii af, met veroordeling van Inuikii in de proceskosten van Est’Seven.