ECLI:NL:GHAMS:2024:660
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en huurrecht echtelijke woning; belangenafweging tussen man en vrouw
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de echtscheiding tussen partijen, die in 1987 te Turkije zijn gehuwd. De man had op 22 februari 2023 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 23 november 2022, waarin de echtscheiding was uitgesproken en het huurrecht van de echtelijke woning aan de vrouw was toegewezen. De man verzocht de beslissing over de echtscheiding te vernietigen en het huurrecht aan hem toe te wijzen, terwijl de vrouw de beschikking wilde bekrachtigen.
Het hof heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam ontwricht is, wat door beide partijen werd erkend. De rechtbank had op goede gronden geoordeeld dat de vrouw meer belang heeft bij het huurrecht van de echtelijke woning, vooral gezien het feit dat de jongste twee kinderen van partijen daar nog wonen. De man stelde dat hij meer belang had bij het huurrecht vanwege zijn gezondheid, maar het hof oordeelde dat de belangen van de vrouw zwaarder wogen, vooral omdat zij een actieve rol in het leven van de kinderen speelt.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de man afgewezen. De beslissing is genomen na een zorgvuldige belangenafweging, waarbij de omstandigheden van beide partijen en de impact op de kinderen zwaar hebben meegewogen.