ECLI:NL:GHAMS:2024:659
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake zorgregeling en hoofdverblijfplaats van minderjarige kinderen na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen van de ouders, die in 2012 zijn gehuwd en recentelijk zijn gescheiden. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft zijn verzoeken met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de kinderen en het huurrecht van de echtelijke woning ingetrokken, waardoor het hof hem niet-ontvankelijk verklaarde in deze onderdelen van het hoger beroep. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft verzocht om de bestreden beschikking te bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 november 2023 hebben beide ouders grotendeels overeenstemming bereikt over de zorgregeling, waarbij de kinderen om de week van donderdag 18.00 uur tot zondag 18.00 uur bij de vader verblijven. Het hof heeft de zorgregeling vastgesteld en benadrukt dat verdere uitbreiding van de zorgregeling afhankelijk is van de verbetering van de woonsituatie van de vader. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ondersteuning geboden en het hof heeft de wens van de ouders om tot betere communicatie te komen onderschreven. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.