ECLI:NL:GHAMS:2024:62
Gerechtshof Amsterdam
- Tussenuitspraak
- D. Kingma
- M.E. Hinskens - van Neck
- M.J.R. Brons
- Rechtspraak.nl
Mandeligheid van een muur tussen buren en onrechtmatige hinder door verbouwing
In deze zaak gaat het om een geschil tussen buren over de mandeligheid van een muur en de gevolgen van verbouwingswerkzaamheden. Appellanten, eigenaren van een woning, hebben in hoger beroep beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de muur tussen de achtertuinen mandelig is en dat de geïntimeerde, de buurman, niet onrechtmatig heeft gehandeld door geluidsoverlast te veroorzaken of geen overleg te voeren. Appellanten stellen dat de verbouwing van de geïntimeerde hen in hun gebruiksrechten beperkt, omdat de fundering van de mandelige muur niet voldoende draagkracht heeft voor de bouw van een serre. Het hof oordeelt dat de muur mandelig is en dat de geïntimeerde niet onrechtmatig heeft gehandeld door zijn uitbouw op de fundering te laten rusten, zolang er voldoende draagkracht is. Het hof laat de geïntimeerde toe tot tegenbewijs over de draagkracht van de fundering. De zaak wordt aangehouden voor bewijslevering en verdere beslissingen.