ECLI:NL:GHAMS:2024:596
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de kinderrechter van 12 september 2023 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling van [minderjarige] was verlengd tot 18 september 2023. De moeder stelt dat er geen sprake is van een ontwikkelingsbedreiging en dat zij de noodzakelijke hulpverlening accepteert. De GI, verweerster in hoger beroep, heeft echter betoogd dat er nog steeds zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige] en dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 februari 2024 zijn de moeder, de GI en de Raad voor de Kinderbescherming verschenen. De vader van [minderjarige] heeft ook zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij sinds 20 mei 2018 geen contact meer heeft met zijn dochter. De raad adviseert om de ondertoezichtstelling te handhaven, gezien de zorgen over de emotionele ontwikkeling van [minderjarige] en het contactherstel met de vader.
Het hof heeft geoordeeld dat er nog steeds sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging en dat de voorwaarden voor verlenging van de ondertoezichtstelling zijn voldaan. De kinderrechter heeft terecht besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen tot 16 mei 2024. Het hof hoopt dat de moeder en de gezinsvoogd een goede samenwerkingsrelatie kunnen opbouwen in het belang van [minderjarige].