ECLI:NL:GHAMS:2024:594
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot eenmalige schenking door bewindvoerder aan kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot machtiging voor een eenmalige schenking door de bewindvoerder van [verzoekster] aan haar kinderen. De verzoekers, [verzoeker] en [verzoekster], waren in hoger beroep gekomen van een eerdere beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, die op 10 augustus 2023 het verzoek tot schenking had afgewezen. De kantonrechter had geoordeeld dat [verzoekster] niet in staat was om haar wil ten aanzien van de schenking te bepalen, gezien haar geestelijke toestand.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. [verzoekster] is geboren in 1951 en heeft drie kinderen, waaronder [verzoeker]. In 2018 is haar vermogen onder bewind gesteld vanwege haar geestelijke toestand. De verzoekers stelden dat [verzoekster] wel degelijk in staat was om haar wil te bepalen en dat er voldoende vermogen overblijft na de schenking. Het hof heeft vastgesteld dat er geen schenkingstraditie was, maar dat de bijzondere omstandigheden in deze zaak, waaronder de intentie van [verzoekster] om haar kinderen en kleinzoon te ondersteunen, aanleiding gaven om de schenking toe te staan.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de kantonrechter vernietigd en de bewindvoerder gemachtigd om een eenmalige schenking van € 20.000,- per persoon aan [verzoeker], [B] en [C] te doen. Deze beslissing is genomen met inachtneming van de financiële positie van [verzoekster] en de goede familieverhoudingen.