Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1]
2.
[appellante 2] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellanten
advocaat: mr. Z.B. Gyömörei te ‘s Gravenhage
1.1. [geïntimeerde 1] ,
2. de maatschap
De Advocaten Groep,
gevestigd te Rijswijk,
geïntimeerden,
3.TLG Amsterdam B.V.,
geïntimeerde,
1.De zaak in het kort
In hoger beroep beroept [appellanten] zich op het oordeel van de Raad van Discipline en het Hof van Discipline dat [geïntimeerde 1] onzorgvuldig heeft gehandeld jegens [appellanten] , onder meer doordat hij onvoldoende duidelijk is blijven maken aan [appellanten] dat hij als advocaat van [naam 1] slechts diens belangen diende. Het hof bekrachtigt het oordeel van de rechtbank.
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
€ 1.550.000,-.
€ 12.100,- en € 5.000,- in rekening gebracht aan [appellante 2] . Die facturen hebben als referentie “20160233/ [appellant 1] / Advies/ [geïntimeerde 1] ”.
- gisteren heb ik met [geïntimeerde 1] gesproken over de inschrijving van de heer [naam 5] . [geïntimeerde 1] heeft inmiddels hier de wet/jurisprudentie op nageslagen en zou vandaag contact opnemen met (…) [bedrijf] . Wat is hieruit de conclusie en wat gaat er nu gebeuren?
(…)”
2. Inzake [naam 5] zal ik z.s.m. een verzoekschrift opstellen en namens [naam 1] / [appellant 1] bij de rechtbank indienen:
(…)”
€ 4.170.307,92) bij levering op 15 maart 2017 zal plaatsvinden en dat de overdrachtsbelasting voor rekening komt van de koper. [naam 2] heeft als gevolmachtigde van [appellanten] de koopovereenkomst namens [appellanten] ondertekend.
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
Ter voorkoming van het faillissement van [naam 1] betaald mijn cliënt forse bedragen. Daarnaast heeft mijn cliënt geen enkele zekerheid of hij deze bedragen nog terug zal ontvangen. De terugbetaling van de door mijn cliënt geleende bedragen aan [naam 1] is voor mijn cliënt nog onzekerder. Mijn cliënt houdt er ernstig rekening mee dat hij een fors bedrag zal moeten afboeken.”
in zoverrede belangen van [appellanten] en [naam 1]
tijdelijkparallel zijn gaan lopen, maar neemt niet weg dat hun belangen als schuldeiser respectievelijk schuldenaar nog steeds principieel tegenstrijdig zijn gebleven. De eigen keuze van [appellanten] , gemaakt in het volle bewustzijn van de daaraan verbonden financiële risico’s, om nog meer geld en inspanning te investeren in de problematische schuldenlast van [naam 1] brengt op zichzelf niet mee dat [geïntimeerde 1] , als advocaat van [naam 1] , verplicht is geworden ook de – in beginsel conflicterende – belangen van [appellanten] te dienen, of dat [appellanten] daarop mocht vertrouwen.