Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante 1] ,
[appellant 2],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
Huurder voorkomt dat omwonenden overlast of hinder hebben van hemzelf, huisgenoten, huisdieren of derden die zich vanwege huurder in de woning of in de gemeenschappelijke ruimte bevinden. Aan die regel heeft [appellante 1] zich niet gehouden en daarmee heeft ook zij zich niet als een goed huurder gedragen. Uit de bewijsstukken in het dossier moet minst genomen worden afgeleid dat [appellante 1] ernstig rekening had te houden met de gedragingen van [appellant 2] waarover door de buren is geklaagd. Van enige werkelijke poging van [appellante 1] om die gedragingen te voorkomen is het hof niet gebleken. Overigens heeft een deel van de overlastklachten betrekking op eigen gedragingen van [appellante 1] . Daarnaast is gebleken dat Intermaris meermaals aan [appellante 1] heeft laten weten dat zij bereid zou zijn om alleen aan haar vervangende woonruimte aan te bieden, op voorwaarde dat de echtscheiding met [appellant 2] in gang zou zijn gezet. Zo lang [appellant 2] en [appellante 1] gehuwd zijn, blijft [appellant 2] immers medehuurder en kan hem de toegang tot de woning niet ontzegd worden. Hoewel door de hulpverlening op echtscheiding is ingezet in het kader van het huiselijk geweld, zijn [appellant 2] en [appellante 1] nog steeds samen.