ECLI:NL:GHAMS:2024:453
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- M.T. Hoogland
- G.W. Brands-Bottema
- P.J.W. Sliepenbeek
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontslag van bewindvoerder en mentor in een familiezorgzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder en mentor van de betrokkene, die onder bewind en mentorschap staat. De moeder van de betrokkene, die in hoger beroep is gekomen, verzocht om het ontslag van KOA Kantoor voor Ondersteuning B.V. als bewindvoerder en mentor, en om de benoeming van haar zoon, de broer van de betrokkene, als opvolgend bewindvoerder en mentor. De moeder stelde dat KOA niet goed functioneerde en dat de broer geschikter zou zijn.
Het hof heeft de procedure bij de rechtbank en de eerdere beschikking van de kantonrechter in Noord-Holland in aanmerking genomen. De moeder had eerder verzocht om het ontslag van KOA, maar de kantonrechter had dit verzoek afgewezen. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 januari 2024 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de moeder, de betrokkene, KOA, de vader en de broer. Het hof heeft vastgesteld dat er geen gewichtige redenen zijn voor het ontslag van KOA, aangezien deze organisatie naar behoren functioneert en in overleg met de moeder en de betrokkene handelt.
Het hof heeft ook opgemerkt dat de broer, hoewel hij goede bedoelingen heeft, niet de juiste persoon lijkt om de rol van mentor en bewindvoerder op zich te nemen, gezien de complexe familieverhoudingen en de voorgeschiedenis van het mentorschap. Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd en het verzoek van de moeder afgewezen.