GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.337.422/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/745017 KG ZA 24/29
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 29 februari 2024
DPG MEDIA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. O.G. Trojan te Den Haag,
DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN JOURNALISTEN,
gevestigd te Amsterdam,
gevoegde partij aan de zijde van DPG,
advocaat: mr. C.J. Nierop te Amsterdam,
STICHTING PERSVRIJHEIDSFONDS,
gevestigd te Amsterdam,
gevoegde partij aan de zijde van DPG,
advocaat: mr. C.J. Nierop te Amsterdam,
[geïntimeerde 1] ,
wonende op een geheim adres,
geïntimeerde,
advocaat: mr. H.A.J.M. van Kaam te Amsterdam,
DE ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM,
vertegenwoordigd door de Raad van de Orde,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde,
advocaat: mr. M. Ynzonides te Amsterdam.
Partijen worden hierna DPG, de NVJ, het Persvrijheidsfonds, [geïntimeerde 1] en de Orde genoemd. De NVJ en het Persvrijheidsfonds worden samen NVJ c.s. genoemd.
1. De zaak in het kort
Deze zaak gaat over de vraag of aan DPG een met een dwangsom versterkt verbod moet worden opgelegd om (1) vermoedelijk door [naam 1] gemaakte opnamen en de daarin vervatte geheimhoudersgesprekken te gebruiken in een artikel dat het AD van plan is te publiceren en (2) te refereren aan deze en andere opnamen van geheimhoudersgesprekken die [naam 1] zou hebben gemaakt in de periode dat hij kantoordirecteur was van het advocatenkantoor waaraan [geïntimeerde 1] als advocaat was verbonden. In het bestreden vonnis zijn de vorderingen toegewezen.
2 Het geding in hoger beroep
DPG is bij dagvaarding van 6 februari 2024, met daarin de grieven, met producties, in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 26 januari 2024, onder bovenstaand zaak- en rolnummer gewezen tussen [geïntimeerde 1] en – na tussenkomst in eerste aanleg – de Orde als eisers en DPG als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van antwoord van [geïntimeerde 1] , met producties;
- memorie van antwoord van de Orde, met producties;
- nadere productie (22) van [geïntimeerde 1] .
Bij arrest van dit hof van 15 februari 2024 zijn de NVJ en het Persvrijheidsfonds toegelaten zich te voegen aan de zijde van DPG.
Partijen hebben de zaak tijdens de mondelinge behandeling van 19 februari 2024 aan de hand van overgelegde spreekaantekeningen laten toelichten door hun hiervoor genoemde advocaten en daarnaast, voor DPG, mr. W. Kroeze, advocaat te Den Haag, en voor [geïntimeerde 1] , mr. J.G.J. van Groenendaal en mr. A.J.F. de Jager, advocaten te Amsterdam. De mondelinge behandeling heeft gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsgehad.
Ten slotte is arrest gevraagd.
DPG heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen, de vorderingen van [geïntimeerde 1] en de Orde alsnog zal afwijzen en het door de rechtbank opgelegde mededelingenverbod zal opheffen, met – uitvoerbaar bij voorraad – beslissing over de proceskosten.
NVJ c.s. hebben eveneens geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen, met beslissing over de proceskosten.
[geïntimeerde 1] en de Orde hebben geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met – uitvoerbaar bij voorraad – beslissing over de proceskosten.