Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 10 juli 2023. De verdachte, geboren in 1971, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin zij werd veroordeeld voor sociale zekerheidsfraude. De rechtbank had haar een taakstraf van 160 uren opgelegd, te vervangen door 80 dagen hechtenis indien niet naar behoren verricht. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof bevestigt het vonnis, behalve ten aanzien van de opgelegde straf, die wordt vernietigd. De verdachte heeft bijna vier jaar lang nagelaten de uitkeringsinstantie te informeren over haar en haar partner's inkomsten, wat heeft geleid tot financiële benadeling van de gemeenschap. Het hof houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar ernstige ziekte, en besluit de straf te matigen. De redelijke termijn van de procedure is overschreden, wat ook meeweegt in de beslissing. Uiteindelijk legt het hof een geheel voorwaardelijke taakstraf van 160 uren op, met een proeftijd van drie jaren. Het hof bevestigt het vonnis voor het overige en vernietigt het vonnis ten aanzien van de opgelegde straf.