ECLI:NL:GHAMS:2024:3674
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- W.F. Groos
- P. Greve
- E.C.M. Bouman
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis met wijziging van bewezenverklaring van ontuchtige handelingen met minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 2 mei 2023. De verdachte, geboren in 1970, was aangeklaagd voor ontuchtige handelingen met minderjarigen, waaronder [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, behalve ten aanzien van de bewezenverklaring van feit 2, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van het seksueel binnendringen van [slachtoffer 1]. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor deze beschuldiging, maar dat er wel voldoende bewijs was voor het subsidiair tenlastegelegde, namelijk het plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 1]. Het hof baseerde zijn oordeel op de verklaringen van de slachtoffers en het steunbewijs, waaronder verklaringen van getuigen en de verdachte zelf. Het hof oordeelde dat de verklaringen van [slachtoffer 1] op zichzelf betrouwbaar waren, ondanks enkele inconsistenties. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van voorarrest, voor de bewezenverklaarde feiten. De uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid waarmee het hof omging met de verklaringen van de slachtoffers en de noodzaak van voldoende bewijs voor elke beschuldiging.