In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 16 februari 2023. De verdachte, geboren in 2000 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Heerhugowaard, was in eerste aanleg veroordeeld voor poging doodslag. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, behalve ten aanzien van de opgelegde straf, die werd gewijzigd van vier naar drie jaar gevangenisstraf. De zaak betreft een schietincident waarbij de verdachte in de richting van de aangever heeft geschoten, na een conflict dat was ontstaan over geld. De verdediging voerde aan dat de verdachte handelde uit noodweer of noodweerexces, maar het hof oordeelde dat de aanvankelijke noodweersituatie was geëindigd op het moment dat de verdachte wegreed van de aangevers. Het hof verwierp het beroep op noodweer en noodweerexces, en oordeelde dat de verdachte strafbaar was. Bij de strafoplegging hield het hof rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de voorgeschiedenis tussen de verdachte en de aangever. Het hof concludeerde dat een gevangenisstraf van drie jaar passend was, gezien de schokkende impact van de schietpartij op de rechtsorde en de omwonenden.