Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het hoger beroep
5.De motivering van de beslissing
- dat het kind wordt erkend door de familie en in de maatschappij;
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van het vaderschap van de minderjarige [minderjarige 1]. De rechtbank Noord-Holland had eerder op 20 maart 2024 het verzoek van de man tot vernietiging van de erkenning van het vaderschap door [X] toegewezen. De moeder van [minderjarige 1] was het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. De man, die de biologische vader is, heeft zijn verzoek tot erkenning ingediend, maar de moeder betwist dit op basis van de omstandigheden waaronder [minderjarige 1] is geboren. Het hof heeft vastgesteld dat de man zijn verzoek tot vernietiging van de erkenning tijdig heeft ingediend, ondanks dat dit vier jaar na de vaststelling van zijn vaderschap was. Het hof oordeelde dat de belangen van [minderjarige 1] en de man zwaarder wegen dan de belangen van de moeder, die geen actieve rol speelt in het leven van [minderjarige 1]. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en de man vervangende toestemming verleend om [minderjarige 1] als zijn kind te erkennen. De beslissing is genomen met inachtneming van de relevante Belgische en Nederlandse wetgeving.