ECLI:NL:GHAMS:2024:3356

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 november 2024
Publicatiedatum
9 december 2024
Zaaknummer
200.342.884/01 0K
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot onderzoek naar beleid en gang van zaken van OSC Horses B.V. en proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft verzoekster [A] op 26 juni 2024 een verzoekschrift ingediend bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Het verzoek hield in dat er een onderzoek moest worden ingesteld naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap OSC Horses B.V. over de periode vanaf de oprichting. Daarnaast vroeg [A] om een onmiddellijke voorziening, waarbij een derde als bestuurder van OSC Horses zou worden benoemd, of een andere voorziening die de Ondernemingskamer passend achtte. Tevens verzocht [A] om OSC Horses te veroordelen in de kosten van de procedure.

OSC Horses heeft op 21 augustus 2024 gereageerd met een verweerschrift, waarin zij vroeg om [A] niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, of het verzoek af te wijzen en [A] te veroordelen in de kosten. Op 10 september 2024 heeft [A] haar verzoek echter ingetrokken. OSC Horses heeft vervolgens op 11 september 2024 verzocht om [A] te veroordelen in de proceskosten, wat door [A] werd betwist.

De Ondernemingskamer heeft in haar beslissing op 29 november 2024 geoordeeld dat het verzoek van [A] tot het bevelen van een onderzoek en het treffen van onmiddellijke voorzieningen niet meer beoordeeld hoefde te worden, aangezien het verzoek was ingetrokken. De Ondernemingskamer heeft [A] niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek en het verzoek van OSC Horses om [A] in de proceskosten te veroordelen afgewezen. De Ondernemingskamer oordeelde dat de onlosmakelijke band tussen deze procedure en de echtscheiding van [A] en [B] geen aanleiding gaf voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.342.884/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 29 november 2024
inzake
[A] ,
wonende te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M.J. Folkeringa, kantoorhoudende te Haarlem,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
OSC HORSES B.V.,
gevestigd te Ell, gemeente Leudal,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. R.G. Roeffen, kantoorhoudende te Eindhoven.
Hierna zullen partijen als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als [A] ;
  • verweerster als OSC Horses.

1.Het verloop van het geding

1.1
[A] heeft bij verzoekschrift van 26 juni 2024 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van OSC Horses over de periode vanaf de datum van oprichting van OSC Horses;
als onmiddellijke voorziening voor de duur van de procedure een derde te benoemen tot bestuurder van OSC Horses of een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
OSC Horses te veroordelen in de kosten van deze procedure.
1.2
OSC Horses heeft bij verweerschrift van 21 augustus 2024 de Ondernemingskamer verzocht [A] niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, dan wel het verzoek van [A] af te wijzen en [A] te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.3
Bij e-mail van 10 september 2024 heeft [A] haar verzoek ingetrokken.
1.4
Bij V8-formulier van dezelfde datum heeft OSC Horses verzocht [A] te veroordelen in de proceskosten. Bij e-mail van 11 september 2024 heeft mr. Roeffen dit verzoek namens OSC Horses verduidelijkt.
1.5
Bij e-mail van 13 september 2024 heeft [A] betoogd dat er geen reden is voor het toewijzen van proceskosten, of in ieder geval niet meer dan € 614.
1.6
Op die e-mail heeft OSC Horses nog gereageerd bij e-mail van 19 september 2024.

2.De gronden van de beslissing

2.1
[A] heeft haar verzoek tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van OSC Horses en tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen ingetrokken. Dit betekent dat dit verzoek geen beoordeling en beslissing meer behoeft en dat [A] niet-ontvankelijk is in haar verzoek.
2.2
Dat verzoek wordt afgewezen gelet op het volgende. [A] is met [B] in een echtscheiding verwikkeld. Zij zijn ieder indirect (via OSC Horses GmbH en OSC Holding B.V.) 50%-aandeelhouder en bestuurder van OSC Horses. [A] is begin 2023 vanuit Nederland verhuisd naar Zwitserland. Sindsdien heeft [B] de dagelijkse leiding over de onderneming van de OSC Horses. Bij brief van 14 maart 2024 heeft [A] haar bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken binnen OSC Horses kenbaar gemaakt. OSC Horses heeft op deze brief niet gereageerd. Gelet op een en ander, en meer in het bijzonder de onlosmakelijke band tussen deze procedure en de echtscheiding, ziet de Ondernemingskamer geen aanleiding een proceskostenveroordeling uit te spreken. Dat wordt, anders dan OSC Horses meent, niet anders doordat op 26 juni 2024 in de echtscheidingsprocedure in Zwitserland is bepaald dat op 7 november 2024 een mondelinge behandeling zal plaatsvinden. Inzet en doel van die Zwitserse procedure zijn niet vergelijkbaar met inzet en doel van deze enquêteprocedure.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verklaart [A] niet-ontvankelijk in haar verzoek;
wijst af het verzoek van OSC Horses B.V. om [A] in de proceskosten te veroordelen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.P. Wessels, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en prof. dr. A.J. Brouwer RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.C.W. Wijffels, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2024.