ECLI:NL:GHAMS:2024:3316
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek gezamenlijk gezag door ernstig verstoorde communicatie tussen ouders
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over zijn zoon [kind 1]. De vader, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland, was van mening dat de afwijzing van zijn verzoek onterecht was. De rechtbank had geoordeeld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord was en dat er op korte termijn geen aanzienlijke verbetering te verwachten was. De moeder, die alleen het gezag uitoefent, was het eens met de beslissing van de rechtbank en wilde geen gezamenlijk gezag.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De ouders hadden een korte affectieve relatie en de vader had nog nooit contact gehad met [kind 1]. De rechtbank had eerder vervangende toestemming gegeven voor de erkenning van [kind 1] door de vader, maar dit had niet geleid tot gezamenlijk gezag. De Raad voor de Kinderbescherming had geadviseerd om het verzoek van de vader af te wijzen, gezien de verstoorde communicatie tussen de ouders.
Het hof concludeerde dat de ouders niet in staat waren om samen beslissingen te nemen over [kind 1] en dat er een onaanvaardbaar risico bestond dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders. De vader had aangegeven bereid te zijn om deel te nemen aan ouderschapsbemiddeling, maar het hof oordeelde dat dit op dit moment niet voldoende was om gezamenlijk gezag toe te kennen. De beslissing van de rechtbank werd bekrachtigd, en het verzoek van de vader werd afgewezen.