In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 3 december 2024, gaat het om het gezag over de minderjarige [minderjarige 1], de omgangsregeling tussen [minderjarige 1] en de vader, en de kinderalimentatie. De vader, die in Spanje woont, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2024 aangevochten, waarin zijn verzoek om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling werd afgewezen en de kinderalimentatie werd vastgesteld op € 830,- per maand. De vader is van mening dat hij recht heeft op gezamenlijk gezag en dat hij geen kinderalimentatie kan betalen vanwege zijn financiële situatie. De moeder, die in Nederland woont, is het niet eens met de verzoeken van de vader en heeft een advocaat ingeschakeld.
Tijdens de zitting op 9 oktober 2024 is de vader niet verschenen, terwijl de moeder en de raad wel aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader sinds februari 2023 geen contact meer heeft gehad met [minderjarige 1] en dat hij niet bereikbaar is. Het hof heeft vervolgens beoordeeld of het gezag over [minderjarige 1] onder Nederlands of Spaans recht valt, en heeft geconcludeerd dat Nederlands recht van toepassing is, aangezien [minderjarige 1] ten tijde van haar geboorte haar gewone verblijfplaats in Nederland had. Het hof heeft geoordeeld dat de moeder alleen het gezag over [minderjarige 1] heeft, omdat de vader niet heeft erkend.
Wat betreft de omgangsregeling heeft het hof vastgesteld dat de vader niet bereikbaar is en dat er geen afspraken kunnen worden gemaakt over contactherstel. De moeder heeft bezorgdheid geuit over de pedagogische vaardigheden van de vader en de mogelijkheid van ontvoering. Het hof heeft besloten dat de verzoeken van de vader om gezamenlijk gezag en een omgangsregeling worden afgewezen, en dat de kinderalimentatie van € 830,- per maand in stand blijft. Het verzoek van de vader om schorsing van de kinderalimentatie is eveneens afgewezen, omdat het hof al over de kinderalimentatie heeft beslist. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van het hof, bestaande uit drie rechters.