Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 28 augustus 2017 en/of 29 augustus 2017, in elk geval in augustus 2017, op de Noordzee, op of nabij de positie [locatie 1] en [locatie 2] , als schipper van het onder Nederlandse vlag varend vissersvaartuig [vaartuig 1], genaamd [vaartuig 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen, al dan niet opzettelijk, in strijd heeft gehandeld met artikel 16 van Verordening (EG) nr. 850/98, door voorzieningen aan het/de door hem en/of zijn mededader(s) gebruikte net(ten) aan te brengen die de mazen in enig deel van dat/die net(ten) konden versperren en/of de feitelijke afmetingen daarvan konden verkleinen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) gevist met 2, in elk geval een of meer (pulswing) sleepnet(ten), waarbij in de oorspronkelijke kuil(en) van dat/die net(ten) (telkens) een binnenkuil, in elk geval een verboden netvoorziening was/waren aangebracht;
hij op of omstreeks 28 augustus 2017 en/of 29 augustus 2017, op de Noordzee, op volle zee, op of nabij de positie [locatie 1] en [locatie 2] , omstreeks middennacht, varende met het onder Nederlandse vlag varend vissersschip [vaartuig 1], genaamd [vaartuig 1] , ter uitvoering van zijn voornemen om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen, opzettelijk
subsidiair
hij, op of omstreeks 28 augustus 2017 en/of 29 augustus 2017, op de Noordzee, op volle zee, op of nabij de positie [locatie 1] en [locatie 2] , omstreeks middennacht, varende met het onder Nederlandse vlag varend vissersschip [vaartuig 1], genaamd [vaartuig 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen, in de uitoefening van zijn beroep, zijnde schipper/visser, opzettelijk mishandelend bij
primair
hij op of omstreeks 28 augustus 2017 en/of 29 augustus 2017, op de Noordzee, op volle zee, op of nabij de positie [locatie 1] en [locatie 2] , varende met het onder Nederlandse vlag varend vissersschip [vaartuig 1], genaamd [vaartuig 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen, opzettelijk en wederrechtelijk
subsidiair
hij op of omstreeks 28 augustus 2017 en/of 29 augustus 2017, op de Noordzee, op volle zee, op of nabij de positie, [locatie 1] en [locatie 2] , varende met het onder Nederlandse vlag varend vissersschip [vaartuig 1], genaamd [vaartuig 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen,
hij op of omstreeks 28 augustus 2017 en/of 29 augustus 2017, in elk geval in augustus 2017, op de Noordzee, op of nabij de positie [locatie 1] en [locatie 2] , als schipper/kapitein van het onder Nederlandse vlag varend communautaire vissersvaartuig [vaartuig 1], genaamd [vaartuig 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen, al dan niet opzettelijk, in strijd met artikel 73 lid 7 van de Verordening EG 1224/2009 (Controleverordening) niet ervoor heeft gezorgd dat
subsidiair
hij op of omstreeks 28 augustus 2017 en/of 29 augustus 2017, in elk geval in augustus 2017, op de Noordzee, op volle zee, op of nabij de positie [locatie 1] en [locatie 2] , als schipper/kapitein van het onder Nederlandse vlag varend communautaire vissersvaartuig [vaartuig 1], genaamd [vaartuig 1] , welk schip geïnspecteerd werd, al dan niet opzettelijk, heeft gehandeld in strijd met artikel 114 van de Verordening EG 404/2011 (Uitvoeringsverordening) door niet het veilig en efficiënt aan boord gaan van de functionarissen overeenkomstig de voorschriften van goed zeemanschap mogelijk te maken toen het desbetreffende sein uit het internationale seinboek werd gegeven en/of een (inspectie)vaartuig, RHIB (Rigid hull inflatable boat), genaamd [naam 4] en/of [naam 5] , met aan boord [naam 6] en/of [naam 7] en/of [naam 3] , zijnde aangewezen met controle belaste waarnemer(s)/inspecteur(s) (in dienst bij De NVWA), in elk geval een of meer functionaris(sen), via radiocommunicatie en/of lichtsignalen te kennen had gegeven dat deze functionaris(sen) aan boord van dat vissersvaartuig [vaartuig 1] wilde(n) komen, immers heeft hij, verdachte, op het moment dat genoemd vaartuig/RHIB (Rigid hull inflatable boat), met aan boord o.a. genoemde [naam 6] en/of [naam 7] en/of [naam 3] , langszij en/of tegen en/of zeer nabij die [vaartuig 1] voer,
Vonnis waarvan beroep
Geldigheid van de dagvaarding (feit 1)
aanbrengenvan verboden netvoorzieningen, geconcretiseerd (‘immers heeft hij’) door aldaar op te nemen het verwijt dat verdachte heeft
gevistmet verboden netvoorzieningen. Het vissen met verboden netvoorzieningen betreft echter een andere handeling dan het
aanbrengenvan dergelijke voorzieningen en kan dan ook niet als nadere invulling of concretisering van het verwijt gelden. Op grond van de nieuwe verordening (Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019) is inmiddels ook het
gebruikvan bepaalde netvoorzieningen strafbaar, maar die verordening gold destijds nog niet. Als gevolg van de wijze van ten laste leggen is voor de verdediging niet duidelijk waartegen hij zich moet verweren.
‘No device shall be used by means of which the mesh in any part of the fishing net is obstructed or otherwise effectively diminished. (…)’
‘L’utilisation de dispositifs qui obstruent les mailles d’une partie quelconque du filet ou qui en réduisent effectivement les dimensions est interdite. (…)’
‘Vorrichtungen, welche die Maschen in irgendeinem Teil des Netzes verstopfen oder sonstwie wirksam verkleinern, dürfen nicht verwendet werden. (…)”
het gebruikverboden van voorzieningen
niet uitsluit dat voorzieningen worden gebruiktwaarvan de lijst en de technische beschrijvingen worden vastgesteld volgens de in artikel 48 bedoelde procedure.
Bewijsoverwegingen
Beroep op artikel 359a Sv
Feiten
Standpunten van partijen
feit 4 primair kunnen worden bewezen.
het aanbrengenvan bepaalde netvoorzieningen verbiedt en uit het dossier niet blijkt wie de netvoorzieningen heeft aangebracht. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat, indien het hof van oordeel is dat voornoemd artikel ook het gebruik van bepaalde netvoorzieningen omvat, een dergelijke toepassing/uitleg in strijd is met het lex certa-beginsel en voor rechtsonzekerheid zorgt omdat dit voor de verdachte, zowel taalkundig bezien als in het licht van de strafbaarstelling in het (niet ten laste gelegde) artikel 4, tweede lid, van Verordening 850/98 niet voorzienbaar was.
Het oordeel van het hof
gebruikvan netten met voorzieningen die de mazen in enig deel van het net kunnen versperren of de feitelijke afmetingen daarvan kunnen verkleinen onder de strafbepaling valt en dat dit voldoende duidelijk moet zijn geweest voor de verdachte. Van een schending van het lex certa-beginsel is geen sprake. Dat in artikel 4 van Verordening 850/98 het gebruik van bepaalde netten in bepaalde gebieden of geografische zones is geboden/verboden, doet daar niet aan af. Artikel 16 ziet op het gebruik van bepaalde voorzieningen in netten.
Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zeehad dienen uit te wijken. Dit verweer dient te worden verworpen. In casu was sprake van een controle, waarbij de controleurs hun controlevoertuig tegen het schip
aanleggenteneinde te kunnen
boarden, en niet van een aanvaring.
Bewezenverklaring
hij op 28 augustus 2017 en 29 augustus 2017, op de Noordzee, op of nabij de positie [locatie 1] en [locatie 2] , als schipper van het onder Nederlandse vlag varend vissersvaartuig [vaartuig 1], genaamd [vaartuig 1] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, in strijd heeft gehandeld met artikel 16 van Verordening (EG) nr. 850/98, door voorzieningen aan de door hem en zijn mededaders gebruikte netten aan te brengen die de mazen in enig deel van die netten konden versperren en de feitelijke afmetingen daarvan konden verkleinen, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders gevist met 2 pulswing sleepnetten, waarbij in de oorspronkelijke kuilen van die netten telkens een binnenkuil was aangebracht.
hij op 28 augustus 2017 en 29 augustus 2017, op de Noordzee, op volle zee, op of nabij de positie [locatie 1] en [locatie 2] , varende met het onder Nederlandse vlag varend vissersschip [vaartuig 1], genaamd [vaartuig 1] , ter uitvoering van zijn voornemen om, opzettelijk
primair
hij op 28 augustus 2017 en 29 augustus 2017, op de Noordzee, op volle zee, op of nabij de positie [locatie 1] en [locatie 2] , varende met het onder Nederlandse vlag varend vissersschip [vaartuig 1], genaamd [vaartuig 1] , opzettelijk en wederrechtelijk
primair
hij op 28 augustus 2017 en 29 augustus 2017, op de Noordzee, op of nabij de positie [locatie 1] en [locatie 2] , als schipper/kapitein van het onder Nederlandse vlag varend communautaire vissersvaartuig [vaartuig 1], genaamd [vaartuig 1] , opzettelijk, in strijd met artikel 73 lid 7 van de Verordening EG 1224/2009 (Controleverordening) niet ervoor heeft gezorgd dat de taak van
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Vordering van de benadeelde partij Rijkswaterstaat Zee & Delta
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.