ECLI:NL:GHAMS:2024:3249

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
26 november 2024
Zaaknummer
23-000152-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Noord-Holland inzake drugshandel en strafmaatoverweging

Op 18 september 2023 heeft de verdachte op Schiphol zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van 8.686 gram MDMA en het opzettelijk buiten het grondgebied brengen van zes cilinders distikstofmonoxide (lachgas). Het gerechtshof Amsterdam heeft op 26 november 2024 het vonnis van de rechtbank Noord-Holland bevestigd, met aanpassing van de strafmaatoverweging. De rechtbank had de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 46 maanden opgelegd, met aftrek van het voorarrest. De advocaat-generaal had dezelfde straf gevorderd, terwijl de raadsman om matiging vroeg op basis van persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Het hof overweegt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het buiten het grondgebied van Nederland brengen van aanzienlijke hoeveelheden drugs, wat schadelijk is voor de gezondheid en bijdraagt aan de ontwrichting van de maatschappij. De verdachte had geen eerdere veroordelingen in Nederland, maar wel in Duitsland voor een drugsgerelateerd feit. Het hof heeft rekening gehouden met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn langdurige detentie en de impact op zijn gezin in Duitsland.

Desondanks oordeelt het hof dat de maatschappelijke belangen zwaarder wegen dan de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De opgelegde straf van 46 maanden is passend en geboden, waarbij het hof de uitvoer van de zes cilinders lachgas buiten beschouwing laat. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, met inachtneming van de overwegingen die zijn gemaakt.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000152-24
datum uitspraak: 26 november 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) van 16 januari 2024 in de strafzaak onder parketnummer
15-237544-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1988,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting [detentieadres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 november 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof hetgeen de rechtbank aan de beslissing tot strafoplegging ten grondslag heeft gelegd vervangt door de navolgende strafmaatoverweging.

Strafmaatoverweging

De rechtbank heeft de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 46 maanden opgelegd met aftrek van het voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als de rechtbank heeft opgelegd.
De raadsman heeft het hof verzocht om de door de rechtbank opgelegde straf te matigen op grond van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het buiten het grondgebied van Nederland brengen van 8.686 gram MDMA en zes cilinders lachgas. Dit zijn voor de gezondheid van personen schadelijke stoffen. De hoeveelheid aan MDMA was bovendien van dien aard, dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in verdovende middelen gaan gepaard met vele andere vormen van (ook zware) criminaliteit en hebben een steeds meer ontwrichtende werking op de maatschappij.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 5 november 2024 is hij in Nederland niet eerder veroordeeld voor een strafbaar feit. Blijkens een uitdraai uit het European Criminal Records Information System (ECRIS) van 21 september 2023 is de verdachte in Duitsland wel eerder veroordeeld wegens een drugsgerelateerd feit. Deze veroordeling is echter van zo lang gelden dat het hof daar geen rekening mee heeft gehouden bij het bepalen van de straf.
Bij het bepalen van de straf heeft het hof rekening gehouden met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) ten aanzien van de in- en uitvoer van harddrugs. Gelet op de hoeveelheid aan MDMA die de verdachte heeft geprobeerd uit te voeren, te weten 8.686 gram, staat daar volgens de oriëntatiepunten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op gesteld voor de duur van 44 tot 46 maanden..
Het hof heeft verder het volgende in ogenschouw genomen. De verdachte bevindt zich inmiddels al meer dan een jaar in detentie, terwijl zijn vrouw en kinderen in Duitsland woonachtig zijn en het niet makkelijk voor hen is om naar de verdachte af te reizen en hem te bezoeken. De oplegging van een langdurige gevangenisstraf zou tevens van invloed kunnen zijn op verdachtes verblijfsvergunning in Duitsland, hetgeen mogelijk ook gevolgen zal hebben voor zijn gezin. Daarnaast is aangevoerd dat, indien de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar of korter opgelegd zal krijgen, hij eerder aanspraak maakt op strafonderbreking. Het hof begrijpt, gelet op de genoemde omstandigheden, dat de gevangenisstraf zoals door de rechtbank is opgelegd, grote gevolgen heeft voor verdachte en zijn gezin. De op zich gerechtvaardigde belangen van verdachte en zijn gezin wegen evenwel niet op tegen het maatschappelijk belang dat feiten als door verdachte gepleegd consequent en stevig worden bestraft. Een gevangenisstraf van 46 maanden is in dat licht een straf die passend en geboden is. Daarbij laat het hof de uitvoer van de zes cilinders met lachgas verder bij de oplegging van de straf in het voordeel van de verdachte buiten beschouwing. Het hof kan zich dan ook vinden in de straf zoals is opgelegd door de rechtbank.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.A.E. van Noort, mr. E. van Die en mr. P.K. van Riemsdijk, in tegenwoordigheid van mr. E.C. Damo, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 november 2024.
De oudste raadsheer en de jongste raadsheer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.