Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
beëindiging van de samenwoningen is ondertekend door [Persoon 2] en [Persoon 1] in persoon. In deze overeenkomst staat, voor zover van belang:
A. Bepalingen betreffende de arbeidsverhouding
in haar functie als directeur, en (…) [geïntimeerde] BV, bevoegd vertegenwoordigd door de man[ [Persoon 1] , toevoeging hof]
in zijn functie als directeur. De man zet aldus het [project] (partnership met Italiaans bedrijf) voor de onderneming van de vrouw, [Bedrijf] , voort en rondt dit af in het jaar 2020.
consultancyovereenkomsten is ondertekend door [Persoon 2] en [Persoon 1] in hun hoedanigheid van bestuurders van [appellante] en [geïntimeerde] . Deze luidt, voor zover relevant, als volgt:
OVEREENKOMST INZAKE CONSULTANCY
side letteris een aanvullende overeenkomst bij de overeenkomst tot beëindiging van de samenwoning. Deze is ondertekend door [Persoon 2] en [Persoon 1] in hun hoedanigheid van bestuurders van [appellante] en [geïntimeerde] en luidt als volgt:
vaststellingsovereenkomstgesloten en ook in die hoedanigheid ondertekend. Deze overeenkomst luidt, voor zover van belang, als volgt:
VASTSTELLINGSOVEREENKOMST
(…) Hierdoor deel ik je mede dat [Persoon 2] als rechtsgeldig vertegenwoordiger van [Bedrijf] (‘ [Bedrijf] ’) en [appellante] B.V. zich tot mij wendde inzake de afspraken die je met [Bedrijf] en [appellante] B.V. vanwege de beeindiging van jullie privérelatie hebben gemaakt. [Persoon 2] heeft mij de overeenkomsten gestuurd het deelde mij het volgende mede. Op 14 juli jl. woonde zij het AIPC congres bij en heeft zij van diverse personen vernomen en bevestigd gekregen dat jij in de afgelopen jaren als consultant werkzaamheden hebt verricht voor c.q. ten behoeve van het Swisstech Convention Center en Technoconference . Hierdoor heb je niet alleen gehandeld in strijd met de overeenkomst die je had met [Bedrijf] , maar ook die met [appellante] B.V. De overeenkomsten worden immers niet alleen bepaald door de letterlijke bewoordingen maar ook door de zin die partijen over en weer redelijkerwijze aan de overeenkomst mochten toekennen en hetgeen zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (zie laatstelijk HR 5 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8101). Ik zeg namens cliente(n) hierdoor dan ook deze overeenkomst met onmiddellijke ingang op. (…)”.
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
3. Voor de daarop volgende vier jaren 2021, 2022, 2023 en 2024 wordt een nieuw contract opgesteld, waarin een adviserende taak van [Persoon 1][ [Persoon 1] , toevoeging hof]
aan [appellante] BV wordt omschreven en waarvoor [Persoon 1] steeds aan het einde van elk kwartaal een factuur van € 10.000 met btw aan [appellante] BV stuurt, voor het eerst per 1 april 2021. (…)
advies vraagt. Tot de huidige regeling behoort de afspraak dat [Persoon 1] niet voor enige concurrent van [Bedrijf] zal werken, uitsluitend zal [Persoon 1] desgevraagd nog adviezen geven aan het Italiaanse bedrijf met hetwelk nu een partnership wordt bewerkstelligd.”
In deze aanvullende overeenkomst worden nog de laatste geschillen van mening geregeld omtrent de beloning voor de werkzaamheden welke omschreven zijn in de overeenkomst inzake consultancy van 13 maart 2020” bevestigt juist dat ook deze overeenkomst ziet op zakelijke afspraken. Verdere stellingname van [appellante] dat dat anders zou zijn ontbreekt.
logisch” was dat de regeling zou eindigen als [Persoon 1] een nieuwe partner zou vinden volstaan in elk geval niet. Desgevraagd heeft [Persoon 2] op de zitting niet (voldoende) toegelicht waarom dat logisch was en ook niet dat en waarom dat ook voor [Persoon 1] gold. Zowel [Persoon 1] als [Persoon 4] hebben juist verklaard dat niet is gesproken over de omstandigheid dat [Persoon 1] of [Persoon 2] een nieuwe relatie zou krijgen.
€ 4.426,00(tarief IV, 2 punten)