ECLI:NL:GHAMS:2024:318

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 januari 2024
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
200.286.374/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van de vergoeding van de onderzoeker in een enquêteprocedure

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 15 januari 2024, wordt de vergoeding van de onderzoeker vastgesteld op € 75.000, exclusief btw. Dit volgt uit een eerder bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van GloMar Holding B.V., dat begon met beschikkingen van 21 april 2021. De Ondernemingskamer had mr. R. Mulder als onderzoeker aangewezen en de kosten van het onderzoek vastgesteld op maximaal € 75.000. In de loop van de procedure zijn er verschillende beschikkingen gegeven, waaronder de benoeming en ontheffing van commissarissen van GloMar Holding B.V. De partijen, waaronder [A B.V.] en Seaspan Holding B.V., hebben geen bezwaar gemaakt tegen de vergoeding van de onderzoeker. De Ondernemingskamer heeft de vergoeding nu definitief vastgesteld, waarbij de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan, met de betrokken rechters en de griffier aanwezig.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.286.374/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 15 januari 2024
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A B.V.],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. R.Q. Potteren
mr. C.R.B. Jonker, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GLOMAR HOLDING B.V.,
gevestigd te Den Helder,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SEASPAN HOLDING B.V.,
gevestigd te Schagen,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. W. van den Muijsenbergh,
mr. R. Everhardusen
mr. R. Analbers,allen kantoorhoudende te Amsterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar twee beschikkingen van 21 april 2021 en haar beschikkingen van 7 oktober 2021, 23 december 2021, 28 april 2022, 9 mei 2022 en 2 januari 2024 in deze zaak.
1.2 Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van GloMar Holding B.V. over de periode vanaf 28 januari 2016, mr. R. Mulder aangewezen als onderzoeker (hierna: de onderzoeker) en het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten bepaald op € 75.000, exclusief btw. Voorts heeft de Ondernemingskamer bij die beschikkingen, bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding, voor zover nodig in afwijking van de statuten van GloMar Holding B.V., mr. J.G. Molenaar benoemd tot commissaris van GloMar Holding B.V.
1.3 Bij beschikking van 28 april 2022 en bij herstelbeschikking van 9 mei 2022 heeft de Ondernemingskamer mr. J.G. Molenaar ontheven uit zijn functie van commissaris van GloMar Holding B.V. en mr. J.H. van Woudenberg aangewezen als opvolgend commissaris van GloMar Holding B.V.
1.4 Bij beschikking van 2 januari 2024 heeft de Ondernemingskamer het bij beschikking van 21 april 2021 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van GloMar Holding B.V. alsmede de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorziening beëindigd.
1.5 Bij e-mail van 5 januari 2024 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht zijn vergoeding vast te stellen op € 75.000, exclusief btw.
1.6 Bij e-mail van 10 januari 2024 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door de Ondernemingskamer te bepalen vergoeding van de onderzoeker.
1.7 Bij e-mails van diezelfde dag hebben mr. Jonker namens [A B.V.] en mr. Analbers namens Seaspan Holding B.V. de Ondernemingskamer bericht geen bezwaar te hebben tegen het verzoek van de onderzoeker.

2.De gronden van de beslissing

Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek van de onderzoeker om zijn vergoeding te bepalen op € 75.000, exclusief btw. Tegen het bedrag aan onderzoekskosten zijn geen bezwaren aangevoerd. De Ondernemingskamer zal de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 (https://www.navigator.nl/document/openCitation/%20id909d9174010088634e4eeaeadf8fb658?idp=LegalIntelligence) BW dan ook bepalen als hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 75.000, exclusief btw;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. C.C. Meijer, raadsheren, en prof. dr. A.J.C.C.M. Loonen en dr. M.J.R. Broekema RV, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2024.