ECLI:NL:GHAMS:2024:317
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen gerechtsdeurwaarder inzake bankbeslag en correspondentie
In deze zaak heeft klaagster een klacht ingediend tegen een gerechtsdeurwaarder die bankbeslag heeft gelegd op haar rekening. De klacht betreft onder andere de hoedanigheid van klaagster, de rechtmatigheid van de vordering en het niet reageren van de gerechtsdeurwaarder op correspondentie. Klaagster was eerder veroordeeld tot betaling van proceskosten en de gerechtsdeurwaarder heeft in opdracht van de griffier beslag gelegd op haar bankrekening. Klaagster heeft op 31 maart 2023 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders, die op 2 maart 2023 een eerdere klacht ongegrond verklaarde. Tijdens de behandeling van de zaak op 21 december 2023 was klaagster niet aanwezig, maar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder heeft het woord gevoerd. Het hof heeft de feiten zoals vastgesteld door de kamer in de eerdere beslissing overgenomen, waarbij klaagster bezwaar heeft gemaakt tegen de volledigheid van deze vaststellingen. Het hof heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld en dat de klacht in alle onderdelen ongegrond is. De beslissing van de kamer is gedeeltelijk vernietigd, maar de overige onderdelen zijn bevestigd. Klaagster is veroordeeld tot betaling van de proceskosten.