Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
een en ander met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten in beide instanties, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het arrest.
-de grieven 1 tot en met 4 ongegrond verklaart en het bestreden vonnis in zoverre bekrachtigt;
-grief 5 van [appellant] gegrond verklaart en [appellant] ontvankelijk verklaart in de gevorderde verklaring voor recht;
-een en ander met veroordeling van [appellant] in de proceskosten in – naar het hof begrijpt – hoger beroep, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf veertien dagen na datum van het arrest.
2.Feiten
(i) [appellant] en [geïntimeerde] zijn goed bevriend.
(ii) [appellant] en [geïntimeerde] zijn een mondelinge overeenkomst aangegaan inhoudende dat [appellant] in totaal € 4.528.500,-- heeft geleend aan [geïntimeerde] tegen een rente van 6,5 % per jaar.
(iii) Tussen [geïntimeerde] en [bedrijf] (waarvan [appellant] directeur is), is een concept overeenkomst van lening opgesteld waarin een bedrag van € 2.000.000,-- wordt genoemd, een rentepercentage van 6,5 % en een looptijd van zeven jaar. De overeenkomst is gedateerd op 22 februari 2006 en niet ondertekend.
(iv) In een brief van 5 februari 2020 schrijft [appellant] aan [geïntimeerde] :
“Beste [geïntimeerde] ,Naar Ik begrepen heb zijn aan jou aanslagen voor schenkbelasting opgelegd vanwege de gelden die ik jou vanaf 2007 in maandelijkse tranches leen/heb geleend.Al vanaf het eerste moment dat deze betalingen aan jou onderwerp van overleg waren met de belastingdienst hebben ik en mijn adviseurs aangegeven dat sprake is van een geldlening. (…)In alles was en ben ik er van overtuigd dat jij je aan de afspraken houdt die wij gemaakt hebben over de geldleningen. Samengevat luiden deze dat jij zodra aan jou geld ter beschikking staat aflossing van de lening plaatsvindt en met rente van 6,5% jaarlijks voldaan zal worden (…).”(vi) Volgens het proces-verbaal van de mondelinge behandeling bij de rechtbank in eerste aanleg op 21 december 2023 heeft [appellant] onder meer het volgende verklaard: