ECLI:NL:GHAMS:2024:3108
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen kinderen en vader in het kader van zwaarwegende belangen
In deze zaak gaat het om de omgangsregeling tussen de minderjarige kinderen [minderjarige 1] (12 jaar) en [minderjarige 2] (10 jaar) en hun vader. De rechtbank Amsterdam had eerder, in een beschikking van 4 maart 2024, het verzoek van de vader om een omgangsregeling afgewogen en afgewezen. De vader is het daar niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 oktober 2024 heeft de moeder verweer gevoerd en aangegeven dat het op dit moment niet in het belang van de kinderen is om contact met de vader te hebben. De vader heeft in het verleden contact met de kinderen gehad, maar dit is de laatste jaren afgenomen, en de kinderen hebben aangegeven geen contact te willen. Het hof heeft de belangen van de kinderen zwaar laten wegen en geconcludeerd dat het opleggen van een omgangsregeling met de vader op dit moment in strijd is met hun belangen. Het hof heeft het verzoek van de vader om een omgangsregeling en om afgifte van de telefoonnummers van de kinderen afgewezen, en de bestreden beschikking bekrachtigd. Het hof heeft ook geen reden gezien voor een raadsonderzoek, zoals door de vader verzocht.