ECLI:NL:GHAMS:2024:31
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderalimentatie en draagkrachtbepaling in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 januari 2024 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de wijziging van kinderalimentatie. De vader, verzoeker in het principaal hoger beroep, had in eerste aanleg een kinderalimentatie van € 250,- per maand afgesproken, maar de moeder verzocht om een verhoging naar € 300,- per maand. De vader stelde dat hij door een inkomensdaling niet in staat was om deze verhoging te betalen. Het hof heeft vastgesteld dat de vader geen voldoende onderbouwing heeft geleverd voor zijn inkomensdaling en dat hij niet heeft aangetoond dat hij geen inkomen meer heeft. De moeder ontving een netto besteedbaar inkomen van € 1.374,- per maand, terwijl de vader een netto besteedbaar inkomen van € 2.042,- per maand had. Het hof heeft de behoefte van het kind vastgesteld op € 450,- per maand, en de draagkracht van de vader op € 286,- en die van de moeder op € 193,-. De totale draagkracht van beide ouders was voldoende om in de behoefte van het kind te voorzien. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en bepaald dat de vader vanaf 12 juli 2022 een bijdrage van € 269,- per maand aan de moeder moet betalen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.