Uitspraak
13-055125-22 tegen
Onderzoek van de zaak
3 oktober 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
Bewijsmiddelen
[slachtoffer]:
Ik doe aangifte van de diefstal van mijn laptoptas. In de laptoptas zaten twee laptops met de bijbehorende muizen en oplaadsnoeren en een headset. De diefstal heeft plaatsgevonden op 5 maart 2022 in Amsterdam.
Op 5 maart 2022 was ik werkzaam als medewerker Veiligheid & Service in uniform van de N.V. Nederlandse Spoorwegen op Amsterdam Centraal Station. Ik zag daar een man zitten. Deze man was in een kennelijke staat van dronkenschap. Ik zag omstreeks 01.45 uur dat er een man naast hem ging zitten op het bankje. Ik zag dat de man die naast hem zat om zich heen zat te kijken. Ik zag dat de man die naast de beschonken man zat de tas pakte van de beschonken man en op zijn rug deed en wegliep van het bankje. Ik zag dat hij nog snel een aantal keer snel over zijn schouder achterom keek en richting de uitgang centrum zijde liep. Ik pakte de man die de tas ontvreemde vervolgens vast.
Op 5 maart 2022 omstreeks 01.50 uur kregen wij de melding om te gaan naar het Centraal Station. Daar heeft Veiligheid & Service van NS een man staande gehouden. Zij hebben gezien dat een man een tas had weggenomen bij een andere man. Deze staande gehouden man bleek te zijn: [verdachte], [geboortedag] 1992 te [geboorteland]. Wij hebben [verdachte] aangehouden voor diefstal van de tas.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING:
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
mr. M.C. de Rade, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
17 oktober 2024.