ECLI:NL:GHAMS:2024:3088

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2024
Publicatiedatum
7 november 2024
Zaaknummer
23-001943-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep ex art. 416 lid 2 Sv

Op 3 oktober 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in het hoger beroep van een strafzaak, waarbij de verdachte niet-ontvankelijk is verklaard in het ingestelde hoger beroep. De zaak betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, dat op 28 juni 2023 is gewezen. De verdachte, geboren in 1995, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar de raadsvrouw heeft op 1 oktober 2024 medegedeeld dat de verdachte het hoger beroep niet wenst door te zetten. De advocaat-generaal heeft vervolgens verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 oktober 2024.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001943-23
datum uitspraak: 3 oktober 2024
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 28 juni 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-219922-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 3 oktober 2024.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De raadsvrouw van de verdachte heeft bij brief van 1 oktober 2024 medegedeeld dat de verdachte het hoger beroep niet wenst door te zetten en verzocht de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak. Daarom zal de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. van der Heijden, mr. M.L.M. van der Voet en mr. D. Greven, in tegenwoordigheid van
mr. M.C. de Rade, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
3 oktober 2024.
mr. D. Greven en mr. M.C. de Rade zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.