Uitspraak
Onderzoek ter terechtzitting
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
BESLISSING
mr. M.C. de Rade, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
Gerechtshof Amsterdam
Op 3 oktober 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in het hoger beroep van een strafzaak, waarbij de verdachte niet-ontvankelijk is verklaard in het ingestelde hoger beroep. De zaak betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, dat op 28 juni 2023 is gewezen. De verdachte, geboren in 1995, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar de raadsvrouw heeft op 1 oktober 2024 medegedeeld dat de verdachte het hoger beroep niet wenst door te zetten. De advocaat-generaal heeft vervolgens verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 oktober 2024.