In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1979, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs. De tenlastelegging betrof het feit dat de verdachte op 15 oktober 2021 te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer, als bestuurder van een personenauto op de N205 reed, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft geacht. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd, omdat dit slechts een aantekening was en niet voldeed aan de vereisten van een vonnis. De verdachte is vrijgesproken van hetgeen meer of anders was tenlastegelegd.
De strafbaarheid van de verdachte is niet uitgesloten, en het hof heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, maar het hof heeft besloten om een taakstraf op te leggen van 28 uren. Dit besluit is genomen in het licht van de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), die voor deze overtreding een gevangenisstraf van twee weken aanbevelen. Het hof heeft echter, net als de advocaat-generaal, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte meegewogen en heeft daarom gekozen voor een taakstraf.
De op te leggen straf is gebaseerd op de artikelen 9, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht, evenals de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 28 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze taakstraf niet naar behoren wordt verricht.