Uitspraak
1.
3.hij op of omstreeks 12 juni 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten in het Noorderpark/Klimopweg, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging, geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [benadeelde], door voornoemde [benadeelde] in/op/tegen zijn gezicht en/of hoofd te slaan en/of stompen en/of met een brandblusser tegen het hoofd en/of lichaam van voornoemde [benadeelde] te slaan, en/of door tegen het hoofd en/of het lichaam van voornoemde [benadeelde] te schoppen en/of te rappen (terwijl voornoemde [benadeelde] op de grond lag), terwijl door dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken oogkas ten gevolgen heeft gehad.
hij op 12 juni 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde] opzettelijk van het leven te beroven, met een brandblusser tegen het hoofd van [benadeelde] heeft geslagen en tegen het hoofd van [benadeelde] heeft getrapt en/of geschopt, terwijl [benadeelde] op de grond lag, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 12 juni 2021 te Amsterdam openlijk, te weten in het Noorderpark/op de Klimopweg, in vereniging, geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [benadeelde], door [benadeelde] in zijn gezicht te slaan en met een brandblusser tegen het hoofd te slaan en door tegen het hoofd van [benadeelde] te schoppen en/of te trappen terwijl [benadeelde] op de grond lag.
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
15 (vijftien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 4.416,00 (vierduizend vierhonderdzestien euro) bestaande uit € 416,00 (vierhonderdzestien euro) materiële schade en € 4.000,00 (vierduizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.