Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
BESLISSING
mr. M.C. de Rade, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 oktober 2024.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 december 2021. De verdachte was eerder vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, waaronder poging tot doodslag, zware mishandeling en openlijke geweldpleging. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. Tijdens de zitting op 3 oktober 2024 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden, met aftrek van voorarrest, en dat de schadevergoeding aan de benadeelde partij zou worden toegewezen.
Het hof heeft de verklaringen van verschillende getuigen gewogen, maar kon niet in overtuigende mate vaststellen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde geweldshandelingen. De getuigenverklaringen waren inconsistent en er waren twijfels over de betrouwbaarheid van de waarnemingen, vooral gezien de omstandigheden waaronder het incident had plaatsgevonden. Het hof heeft geconcludeerd dat de verdachte niet schuldig kon worden bevonden aan de feiten waarvoor hij was aangeklaagd.
De benadeelde partij had een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar omdat de verdachte niet schuldig werd verklaard, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, met inachtneming van de overwegingen die in de uitspraak zijn opgenomen.