ECLI:NL:GHAMS:2024:3082

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 november 2024
Publicatiedatum
6 november 2024
Zaaknummer
200.335.071/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de levering en non-conformiteit van een verpakkingsmachine

In deze zaak heeft Packito, een emballagebedrijf, een verpakkingsmachine gekocht van Promohigh, een onderneming die onder andere promotieartikelen ontwerpt en verkoopt. De koopovereenkomst, gesloten op 1 oktober 2020, voorzag in een betaling in twee delen, met een totale koopprijs van € 61.347, inclusief btw. Packito heeft het eerste deel van de koopprijs voldaan, maar het tweede deel van € 28.556 is niet betaald. Packito beroept zich op opschorting van de betaling en vordert ontbinding van de koopovereenkomst, terugbetaling van het eerste deel van de koopprijs en aanvullende schadevergoeding, omdat de machine niet naar behoren zou functioneren.

De kantonrechter heeft de vordering van Promohigh toegewezen en de vorderingen van Packito afgewezen. Packito is in hoger beroep gegaan, waarbij zij stelt dat de leveringstermijn van 75 werkdagen is overschreden en dat de machine non-conform is. Het hof heeft de feiten uit het bestreden vonnis bevestigd en geconcludeerd dat Packito onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen. De grieven van Packito zijn verworpen, en het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Packito is veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn vastgesteld op € 3.706.

De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken over leveringstermijnen en de gevolgen van non-conformiteit in koopovereenkomsten. Het hof heeft geoordeeld dat zonder een tekortkoming van Promohigh, Packito geen recht had op opschorting van de betaling en dat haar vorderingen niet toewijsbaar zijn.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.335.071/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland : 10250250 / CV EXPL 22-5943
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 5 november 2024
inzake
v.o.f. PACKITO,
gevestigd te Alkmaar,
appellante,
advocaat mr. M. Pluister te Alkmaar,
tegen
PROMOHIGH B.V.,
gevestigd te Utrecht,
geïntimeerde,
advocaat mr. K. Tülü te Haarlem.
Partijen worden hierna Packito en Promohigh genoemd.

1.De zaak in het kort

Packito heeft van Promohigh een verpakkingsmachine gekocht die in twee delen zou worden betaald. Promohigh vordert betaling van het tweede deel van de koopprijs. Packito beroept zich op opschorting en vordert onder meer ontbinding van de koopovereenkomst, terugbetaling van het eerste deel van de koopprijs en aanvullende schadevergoeding. De kantonrechter heeft de vordering van Promohigh toegewezen en de vorderingen van Packito afgewezen. Packito is het daar niet mee eens.

2.Het geding in hoger beroep

Packito is bij dagvaarding van 3 oktober 2023 in hoger beroep gekomen van een vonnis van 23 augustus 2023 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen Promohigh als eiseres in conventie, tevens verweerster in reconventie en Packito als gedaagde in conventie tevens eiseres in reconventie.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties,
- memorie van antwoord, met producties.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Packito heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog de vordering van Promohigh zal afwijzen en – uitvoerbaar bij voorraad – de vorderingen van Packito zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten.
De conclusie van Promohigh strekt tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met beslissing over de proceskosten.
Packito heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.

3.Feiten

De kantonrechter heeft onder 2.1 tot en met 2.6 van het bestreden vonnis de feiten vastgesteld die tot uitgangspunt zijn genomen. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten, komen de feiten neer op het volgende.
3.1.
Promohigh is een onderneming die onder meer promotieartikelen ontwerpt en verkoopt. Packito is een emballagebedrijf dat onder andere kruiden en thee voor zakelijke opdrachtgevers verpakt.
3.2.
Op 1 oktober 2020 hebben partijen een koopovereenkomst gesloten waarbij Packito voor een in twee delen te betalen koopprijs van € 61.347 inclusief btw een verpakkingsmachine (hierna: de machine) van Promohigh heeft gekocht. Daarnaast was Packito de vrachtkosten van € 2.900 verschuldigd. In de aan de koopovereenkomst voorafgaande offerte (hierna: de offerte) staat onder meer (in de Nederlandse vertaling):
“Leveringstijd : 75 werkdagen”
3.3.
Packito heeft het eerste deel van de koopprijs (€ 36.300) in drie termijnen betaald aan Promohigh. De laatste deelbetaling vond plaats op 23 december 2020.
3.4.
De machine is op 14 april 2021 geleverd aan Packito en is van 26 mei 2021 tot 30 mei 2021 gemonteerd en geïnstalleerd door een monteur van de fabrikant van de machine, Devpak Packaging Systems (hierna: Devpak).
3.5.
Op 3 september 2021 en op 26 februari 2022 hebben monteurs van Devpak naar aanleiding van meldingen van Packito werkzaamheden verricht aan de machine.
3.6.
Promohigh heeft op 29 januari 2022 het tweede deel van de koopprijs (€ 28.556) gefactureerd aan Packito (hierna: de tweede factuur). Deze factuur is niet voldaan.
3.7.
Op 15 april 2022 heeft Packito de hieronder afgebeelde appberichten met foto’s gestuurd aan Promohigh.
(afbeelding 1)
(afbeelding 2)
3.8.
Packito heeft per e-mail van 9 november 2022 aan Promohigh bericht dat de machine
nooit naar behoren heeft gewerkt, zij daarom klanten is kwijtgeraakt en haar onderneming
verloren is gegaan.
3.9.
Op 7 september 2023 heeft Packito (alsnog) Promohigh in gebreke gesteld in verband met gebreken aan de machine en een termijn van twee weken gesteld voor herstel.

4.Beoordeling

4.1.
De vordering van Promohigh, die zij om proceseconomische redenen heeft beperkt tot maximaal € 25.000, strekt tot nakoming van de verplichting tot betaling van de tweede factuur. De vorderingen van Packito strekken tot ontbinding van de koopovereenkomst wegens toerekenbare tekortkomingen van Promohigh, terugbetaling van het bedrag van de eerste factuur (€ 36.300) en betaling van aanvullende schadevergoeding op te maken bij staat. Daarnaast vordert Packito betaling van door haar voldane verblijfskosten van monteurs
(€ 136,63). De kantonrechter heeft de vordering van Promohigh toegewezen en de vordering van Packito afgewezen. De grieven van Packito richten zich tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering.
4.2.
Met de grieven I tot en met III betoogt Packito dat zij haar betalingsverplichting voor de tweede factuur kon opschorten, dat de koopovereenkomst vatbaar is voor ontbinding en dat Promohigh aanvullende schadevergoeding dient te voldoen op de voet van art. 6:277 BW. Deze grieven treffen op grond van het navolgende geen doel.
4.3.
Packito stelt dat partijen een fatale levertermijn van 75 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van de koopovereenkomst, zijn overeengekomen die Promohigh heeft overschreden. Dit kan niet als juist worden aanvaard. De bepaling in de koopovereenkomst dat de leveringstermijn 75 werkdagen bedraagt, waarop Packito wijst, vermeldt geen aanvangsmoment van deze termijn. In het licht van de gemotiveerde betwisting door Promohigh stelt Packito voorts onvoldoende concreet dat partijen, gelet op de zin die zij in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs daaraan mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, hebben afgesproken dat de levertermijn aanving toen de koopovereenkomst werd gesloten. Ook wijzen de gedragingen van partijen niet erop dat zij deze termijn voor voldoening hebben afgesproken; zo blijkt niet dat Packito heeft geprotesteerd toen zij op 9 februari 2021 na ommekomst van de volgens haar overeengekomen levertermijn bericht ontving van Promohigh dat de machine verzendklaar was en blijkt niet dat zij vervolgstappen heeft gezet na haar aanzegging aan Promohigh van 11 mei 2021 van een boete van € 800 per dag totdat de geleverde machine zou zijn geïnstalleerd.
4.4.
Packito stelt voorts dat Promohigh een non-conforme machine heeft geleverd met gebreken – met betrekking tot het afweegmechanisme, de etikettering, het afsluiten van de verpakkingen, met inbegrip van niet-correcte temperatuur, roestvorming en de vulcapaciteit – die niet in september 2021 en eind februari 2022 zijn verholpen. Promohigh betwist dat de machine na februari 2022 deze gebreken vertoonde. Zij voert terecht aan dat dit niet volgt uit de foto’s van 15 april 2022 waarmee volgens Packito deze gebreken zijn gemeld. Packito verwijst ter onderbouwing van de gestelde gebreken voorts naar meldingen van voor het in september 2021 en februari 2022 uitgevoerde herstel die niets zeggen over de situatie na februari 2022. In het licht van de gemotiveerde betwisting door Promohigh – die ook inhoudt dat de gestelde gebreken louter het gevolg zijn van onervarenheid van Packito en haar onjuist gebruik van de machine – is de (verdere) blote stelling van Packito dat de machine na februari 2022 de vijf gestelde gebreken had, onvoldoende. Aan bewijslevering over de gestelde non-conformiteit en aan beoordeling van het geschil over al dan niet in verzuim verkeren van Promohigh wordt niet toegekomen.
4.5.
Zonder een tekortkoming van Promohigh kon Packito geen opschortingsrecht uitoefenen en zijn haar vorderingen tot ontbinding van de koopovereenkomst, terugbetaling van het bedrag van de eerste factuur en voldoening van aanvullende schadevergoeding op de voet van art. 6:277 BW niet toewijsbaar.
4.6.
Packito heeft geen grief gericht tegen de afwijzing van haar vordering tot voldoening van de verblijfskosten van de monteurs.
4.7.
De slotsom luidt dat het bestreden vonnis dient te worden bekrachtigd. Bij nadere bespreking van de grieven van Packito bestaat geen belang. Packito heeft geen bewijs aangeboden van stellingen die, indien bewezen, leiden tot vernietiging van het bestreden vonnis. Packito is in het hoger beroep in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep. Het hof stelt deze kosten als volgt vast:
- griffierecht € 2.135
- salaris advocaat € 1.571 (tarief III, 1 punt)
- totaal € 3.706

5.Beslissing

Het hof:
5.1.
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
5.2.
veroordeelt Packito in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Promohigh vastgesteld op € 3.706;
5.3.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. L. Alwin, J.M. van den Berg en M. Bijkerk en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 5 november 2024.