Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Jullie hebben de tijd om alles af te werken tot 29-11-2020. Op 30-11-2020 is de sportschool weer open. Is op 30-11-2020 niet alles afgerond of na behoren uitgevoerd dan zijn wij genoodzaakt om de werkzaamheden door iemand anders te laten uitvoeren. Dan zullen wij de kosten plus de misgelopen omzet verrekenen met de openstaande facturen. (…) Als alles is afgewerkt en alles naar behoren is uitgevoerd zullen wij de oplevertermijn van 7.798,26 betalen.
Bij oplevering zal het opleveringstermijn voldaan worden en gaat er een onderhoudstermijn in van 30 dagen, daarna valt het onder het garantie termijn. Dat is wettelijk zo voorgeschreven met onze algemene voorwaarden die van toepassing zijn. Daar zal ik dan ook niet vanaf wijken.
Akkoord
2. Lakken wanden circa € 1200,- delen [A] , [B] en [C] . Het kan zijn dat deze post één derde minder wordt ivm. minder arbeid.
klopt
3. Kosten voor de mat (…). Hier ontvang ik graag nog een specificatie van.
kom ik op terug
Graag de kosten nog
3.Eerste aanleg
4.Beoordeling
grief 1betoogt zij dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat zij niet gerechtigd was om op 4 juni 2021 de overeenkomst partieel te ontbinden.
grief 2betoogt Mejiro allereerst dat Wijnja geen aanspraak kan maken op betaling van de negende en tiende deeltermijn van de aanneemsom. Mejiro voert aan dat de overeenkomst bepaalt dat de facturering van de tweede tot en met de negende deelfactuur in overleg zou geschieden. Omdat overleg over de negende deeltermijn niet heeft plaatsgevonden, was Wijnja volgens Mejiro nog niet gerechtigd de negende deeltermijn te factureren. Ten aanzien van de tiende deeltermijn voert Mejiro aan dat zij haar verplichting tot betaling van deze deeltermijn mocht opschorten totdat oplevering had plaatsgevonden. Omdat oplevering nooit heeft plaatsgevonden, kan Wijnja geen aanspraak maken op betaling van de tiende deeltermijn, aldus Wijnja.
grief 3komt Mejiro op tegen het oordeel van de kantonrechter dat het beroep van Mejiro op verrekening niet slaagt. Zij voert ten eerste aan dat zij op grond van artikel 10 lid 3 van de algemene voorwaarden van Wijnja aanspraak kan maken op een gefixeerde schadevergoeding ter grootte van € 40,00 per werkdag dat Wijnja de overeengekomen bouwtijd heeft overschreden. Deze boete is op grond van artikel 10 lid 4 van de algemene voorwaarden zonder ingebrekestelling verschuldigd. Het totale bedrag aan verschuldigde boetes moet volgens Mejiro worden berekend over de periode tussen 22 augustus 2020 en 4 juni 2021.
Grief 4van Mejiro, die betrekking heeft op de proceskostenveroordeling in eerste aanleg, slaagt dus ook ten dele. Wijnja zal worden veroordeeld tot terugbetaling van het door Mejiro op grond van het vonnis te veel betaalde, zoals gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaling van dat meerdere.