3.5[geïntimeerde] heeft een door hem geschreven verklaring, gedateerd 1 december 2016, overgelegd aan de politie. Deze verklaring luidt als volgt:
“(...) Ik neem op gezette, edoch niet vaste of regelmatige, tijden waar dat voertuigen die kennelijk toebehoren aan de aan mij - op afstand - bekende heer [appellant] uit [plaats 1] , namelijk: [auto 1] , [auto 2] en [auto 3] , rijden in en rond het dorp [plaats 3] , op momenten dat [naam 2] , het vierjarige zoontje van mevrouw [naam 1] en de heer [appellant] bij zijn moeder verblijft.
Een van bovenbedoelde auto’s komt steevast met hoge snelheid over [plaats 5] te [plaats 3] aangereden en remt sterk af tot een stapvoetse snelheid ter hoogte van de woning van mevrouw [naam 1] .
De massieve gestalte van [appellant] is daarbij telkens duidelijk achter het stuur te herkennen. Na een dergelijke actie accelereert het voertuig, om hoge snelheid [plaats 5] weer uit te rijden. De duur van een dergelijke actie is gewoonlijk een tiental seconden.
Ik heb de heer [appellant] niet in andere voertuigen zien passeren, doch ik acht het niet uitgesloten dat hij andere, mij niet bekende voertuigen voor zijn gemotoriseerde escapades inzet.
De heer [appellant] heeft zich tijdens ten minste één van dergelijke acties kennelijk onherkenbaar willen maken; ik trof hem enige tijd geleden - de exacte datum kan ik mij niet herinneren - rijdend in de hierboven omschreven [auto 3] op de [plaats 3] weg aan terwijl hij [plaats 3] over [plaats 6] verliet met een “salsa hoed” op het hoofd en een plaksnor.
Het is mij niet bekend, of er een ‘patroon’ of een ‘systematiek’ in zijn bezoeken zit - ik neem hem niet vaak genoeg waar om zo een mogelijk patroon te herkennen.
Ik kan niet met zekerheid zeggen, hoe vaak ik de heer [appellant] heb waargenomen, ik schat twaalf à vijftien maal.
Ik verklaar verder, dat:
- ik op de hoogte ben van de aard van de persoonlijkheidsstoornis van de heer [appellant] .
- ik uit eerdere persoonlijke ervaringen weet wat de gevolgen kunnen zijn voor de omgeving van het vernietigend handelen van een sociopaat (om in deze de ‘ouderwetse’ omschrijving maar even te gebruiken)
Ik ben voorts van mening, dat:
- ik op grond van deze eerdere ervaringen mag veronderstellen, dat in deze sprake is van een ‘dreigrondje’ van de zijde van de heer [appellant] , waarbij mevrouw [naam 1] kennelijk op het hart gedrukt moet worden om toch vooral niet de illusie te koesteren dat zij ook maar een moment zeggenschap over wat hij beschouwt als uitsluitend zíjn kind zou hebben.
- men geen psychiater behoeft te zijn om in te zien dat dit dreig/bezitsgedrag mogelijk een zijde van zijn persoonlijkheidsstoornis aan het licht brengt die serieuze aandacht verdient, immers: een van de kenmerken van de sociopaat is dat hij (vrijwel altijd: hij) dreigingen nogal eens omzet in irrationele, impulsieve en roekeloze handelingen.
- de heer [appellant] mevrouw [naam 1] na vier jaren van gedwongen opsluiting in wat naar mijn mening omschreven mag worden als een ‘moderne’ vorm van ‘slavernij’ (of ten minste: ‘horigheid’, dan wel ‘lijfeigenschap’) kennelijk beschouwt als een inferieur wezen, wiens, fysieke of geestelijke belangen hem volstrekt niet raken (een verder kenmerk van sociopatie);
- de heer [appellant] daarvan eerder blijk heeft gegeven door haar meermaals ernstig fysiek en geestelijk te mishandelen;
- mevrouw [naam 1] , die ik als buurman inmiddels goed heb leren kennen, geen moment in staat zou zijn om zich afdoende te verweren tegen eventuele verder geweldsuitbarstingen van de heer [appellant] jegens haar persoon.
- als de heer [appellant] , met zijn fysiek en met zijn getraindheid in vechtsporten, ooit weer gehoor zou geven aan één van de ontembare woedeimpulsen die inmiddels zijn ‘handelsmerk’ lijken te zijn geworden mevrouw [naam 1] - en mogelijk ook: [naam 2] - geen schijn van kans maakt / maken op een ongeschonden afloop.
(...)”