Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2 februari 2023 (hierna: de bestreden beschikking) – voor zover hier van belang – het verzoek van de vader om een regeling vast te stellen waarin de omgang tussen hem en [minderjarige] wordt opgebouwd, afgewezen. De vader is het daar niet mee eens en wil dat alsnog een omgangsregeling met opbouw wordt bepaald, waarbij uiteindelijk om het weekend en tijdens vakanties, feestdagen en bijzondere dagen omgang tussen hem en [minderjarige] zal zijn. De moeder is het eens met de bestreden beschikking.
2.De procedure in hoger beroep
14 november 2023 een uitspraak gedaan waarbij de behandeling van het verzoek van de vader met betrekking tot de omgang pro forma is aangehouden tot 19 mei 2024, in afwachting van het verloop en de resultaten van het door de ouders te volgen hulpverleningstraject. Aan de advocaten is verzocht om het hof voorafgaand aan de genoemde pro forma datum te informeren over het verloop en de resultaten van het hulpverleningstraject of zoveel eerder indien het traject niet van de grond komt of stagneert.
3.De feiten
4.De omvang van het hoger beroep
5.De motivering van de beslissing
6.Beslissing
5 november 2024 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.