Uitspraak
Onderzoek van de zaak
21 oktober 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
- naar [aangever 1] en/of [aangever 2] te lopen en in gesprek te gaan en/of
- samen met zijn mededader recht voor [aangever 1] en/of [aangever 2] te gaan staan en/of
- een wit bolletje, althans een goed, in de kleding van [aangever 1] te stoppen en/of
- een dreigende houding ten opzichte van [aangever 2] en [aangever 1] aan te nemen en/of
- de hand van [aangever 1] vast te pakken en/of
- aan [aangever 1] en/of [aangever 2] de woorden toe te voegen: “geef me 50 euro. Je verspilt mijn tijd” en/of “jullie moeten nu betalen want anders gaat er iets ergs gebeuren met jullie” en/of “we laten jullie niet gaan en jullie moeten betalen”, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking;
- naar [aangever 1] en/of [aangever 2] te lopen en in gesprek te gaan en/of
- samen met zijn mededader recht voor [aangever 1] en/of [aangever 2] te gaan staan en/of
- een wit bolletje, althans een goed, in de kleding van [aangever 1] te stoppen en/of
- een dreigende houding ten opzichte van [aangever 2] en [aangever 1] aan te nemen en/of
- de hand van [aangever 1] vast te pakken en/of
- aan [aangever 1] en/of [aangever 2] de woorden toe te voegen: “geef me 50 euro. Je verspilt mijn tijd” en/of “jullie moeten nu betalen want anders gaat er iets ergs gebeuren met jullie” en/of “we laten jullie niet gaan en jullie moeten betalen”, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
subsidiairtenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
[aangever 1] en [aangever 2] , door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die anderen, te weten [aangever 1] en [aangever 2] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten een bedrag van 50 euro af te geven, door
- naar [aangever 1] en [aangever 2] te lopen en in gesprek te gaan en
- samen met zijn mededader recht voor [aangever 1] en [aangever 2] te gaan staan en
- een wit bolletje in de kleding van [aangever 1] te stoppen en
- een dreigende houding ten opzichte van [aangever 2] en [aangever 1] aan te nemen en
- de hand van [aangever 1] vast te pakken en
- aan [aangever 1] en [aangever 2] de woorden toe te voegen: “geef me 50 euro. Je verspilt mijn tijd” en “jullie moeten nu betalen want anders gaat er iets ergs gebeuren met jullie” en “we laten jullie niet gaan en jullie moeten betalen”, althans woorden van soortgelijke strekking.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
4 (vier) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
4 november 2024.