ECLI:NL:GHAMS:2024:302

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2024
Publicatiedatum
13 februari 2024
Zaaknummer
200.332.572/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het bevolen onderzoek en opheffing van de getroffen onmiddellijke voorzieningen in een enquêteprocedure

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 9 februari 2024 een beschikking gegeven inzake de besloten vennootschap IDM Group Holding B.V. (verzoekster) tegen Macon Group B.V. (verweerster) en A Group Holding B.V. (belanghebbende). De Ondernemingskamer had eerder op 25 en 29 januari 2024 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Macon over de periode vanaf 1 april 2022. Tevens was mr. drs. F.P.G. Dix benoemd tot bestuurder van Macon met beslissende stem, met de opdracht om Macon zelfstandig te vertegenwoordigen.

Op 8 februari 2024 hebben de partijen, onder begeleiding van Dix, overeenstemming bereikt over de definitieve beslechting van de geschillen binnen Macon. Mr. J.P.A. Jansen, advocaat van verzoekster, heeft de Ondernemingskamer verzocht om de enquêteprocedure in te trekken en te beëindigen. Dit verzoek werd ondersteund door mr. J.M. Molkenboer, advocaat van belanghebbende, die bevestigde dat de inhoud van het bericht van Jansen correct was.

De Ondernemingskamer heeft, gezien de instemming van alle betrokken partijen en het ontbreken van enig belang dat zich tegen toewijzing van het verzoek verzet, besloten het bevolen onderzoek te beëindigen en de getroffen onmiddellijke voorzieningen op te heffen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken op 9 februari 2024.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.332.572/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 9 februari 2024
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IDM GROUP HOLDING B.V.,
gevestigd te Tilburg,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. J.P.A. Jansen, kantoorhoudende te Tilburg,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MACON GROUP B.V.,
gevestigd te Tilburg,
VERWEERSTER,
niet bij advocaat verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A Group Holding B.V.],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. J.M. Molkenboer, kantoorhoudende te Tilburg.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als IDM;
  • verweerster als Macon;
  • belanghebbende als [A Group Holding B.V.] .

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 25 en 29 januari 2024 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Macon over de periode vanaf 1 april 2022 zoals omschreven in rechtsoverweging 3.5 van die beschikking en bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure – voor zover nodig in afwijking van de statuten – mr. drs. F.P.G. Dix te Best (hierna: Dix) benoemd tot bestuurder van Macon met beslissende stem en bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Macon te vertegenwoordigen en dat zonder deze bestuurder Macon niet vertegenwoordigd kan worden en bepaald dat het salaris en de kosten van deze bestuurder voor rekening komen van Macon.
1.3
Mr. Jansen heeft bij e-mail van 8 februari 2024 aan de Ondernemingskamer gemeld dat partijen op die dag onder begeleiding van Dix overeenstemming hebben bereikt over de definitieve beslechting van de geschillen binnen Macon. Hierom verzoekt mr. Jansen namens alle betrokken partijen de Ondernemingskamer de enquêteprocedure in te trekken en te beëindigen.
1.4
Dix heeft bij e-mail van 8 februari 2024 aan de Ondernemingskamer bevestigd, onder verwijzing naar de e-mail van mr. Jansen, dat de enquêteprocedure beëindigd kan worden. Ook heeft Dix gemeld dat partijen afspraken hebben gemaakt over betaling voor door hem verrichte werkzaamheden en dat hij daarmee heeft ingestemd.
1.5
Mr. Molkenboer heeft bij e-mail van 9 februari 2024 aan de Ondernemingskamer gemeld dat de inhoud van het bericht van mr. Jansen correct is.

2.De gronden van de beslissing

Nu mr. Jansen namens alle betrokken partijen heeft verzocht – op grond van een tussen hen bereikte overeenstemming – de enquêteprocedure in te trekken en te beëindigen, mr. Molkenboer en Dix daarmee hebben ingestemd, Dix ook akkoord is met de door partijen gemaakte afspraken over voldoening van zijn kosten en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig belang dat zich tegen toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij het op 25 januari 2024 bevolen onderzoek zal beëindigen en de tevens op die datum getroffen onmiddellijke voorzieningen zal opheffen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt, met ingang van heden, het bij de beschikking van 25 januari 2024 door de Ondernemingskamer bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Macon Group B.V.;
heft op, met ingang van heden, de bij de beschikking van 25 januari 2024 getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en dr. M.J.R. Broekema RV en prof dr. A.J. Brouwer RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2024.