Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het verloop van het geding in eerste aanleg
3.Het geding in hoger beroep
4.De feiten
5.De omvang van het geschil
,verzoekt de vrouw, naar het hof begrijpt: onder III, (voorwaardelijk) te verklaren voor recht dat:
6.De motivering van de beslissing
kanhebben omdat hij toen in Nederland bij de vrouw was en zijn ouders in China waren, bij verweer in incidenteel hoger beroep toegelicht dat hij toen inderdaad niet in China was, dat zijn ouders in China hebben getekend en dat hij de overeenkomst heeft getekend ‘per e-mail/chat applicatie(s)/printer/scanner’. De man heeft deze manier van digitaal ondertekenen van de overeenkomst uit 2016 niet met enig stuk onderbouwd. Uit productie 24 kan ook niet worden afgeleid dat dit stuk, anders dan de als productie 22 overgelegde overeenkomst uit 2011, digitaal ondertekend zou zijn. De stukken uit 2011 en 2016 zien er immers qua wijze van datering en ondertekening volstrekt vergelijkbaar uit.