3.4De man verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en opnieuw rechtdoende te gelasten de ontbonden gemeenschap te verdelen zoals in eerste aanleg en in hoger beroep door de man is verzocht. Als het hof de man niet volgt in deze verzoeken dan verzoekt de man dat het hof in afwijking van de bestreden beschikking:
- zal bepalen dat tussen partijen een wettelijke (aldus beperkte) gemeenschap van goederen geldt en de bepalingen van de huwelijkse voorwaarden aldus moeten worden uitgelegd, dat partijen redelijkerwijs de bedoeling hebben gehad een wettelijke beperkte gemeenschap van
goederen vast te leggen;
- zal bepalen dat de goederen en schulden onder a, b, e en de schulden onder f, g en h (hof: zoals genoemd in de bestreden beschikking onder r.o. 2.10.7) niet bij de samenstelling van de beperkte gemeenschap van partijen worden betrokken;
- enkel en uitsluitend in geval wordt aangenomen dat sprake is van een algehele
gemeenschap van goederen:
dat het hof onder samenstelling van de gemeenschap uit rechtsoverweging 2.10.7 van de bestreden beschikking, los van de diverse schulden expliciet de volgende schulden vermeldt:
- verbouwingskrediet bij de Rabobank met nummer [rekeningnummer 1] van € 8.500,-;
- verbouwingskrediet bij de Rabobank met nummer [rekeningnummer 2] van € 22.000,-;
- de schuld aan de notaris betreft: schuld aan [X] Notariaat van € 9.614,01.
en verder te bepalen
- dat de man in de gelegenheid wordt gesteld om binnen 6 maanden na de bestreden beschikking te onderzoeken of hij de woning kan overnemen met als voorwaarde dat hij toezegt de vrouw te vrijwaren van eventuele hypothecaire verplichtingen;
- dat de man nadat hij zich jegens de vrouw schriftelijk bereid heeft verklaard haar nader te berekenen aandeel in de woning over te nemen, de woning zo snel als dat mogelijk is, kan overnemen;
- dat aan de man, nadat hij zich jegens de vrouw schriftelijk bereid heeft verklaard haar aandeel in de woning over te nemen, de woning zo spoedig mogelijk nadat hij de vrouw heeft bericht dat hij de woning kan overnemen, wordt toegedeeld, indien noodzakelijk onder de verplichting dat hij haar dient te vrijwaren van eventuele hypothecaire verplichtingen ter gelegenheid van transport bij de notaris;
- dat de woning aan de man toegedeeld, onder de verplichting – na aftrek van: de hypotheekschulden, het verbouwingskrediet met nummer [rekeningnummer 1] van € 8.500,- bij de Rabobank, het verbouwingskrediet met nummer – [rekeningnummer 3] van € 22.000,- bij de Rabobank, de schuld aan [X] Notariaat van – € 9.614,01 – de helft van de resterende overwaarde aan de vrouw uit te keren en haar te vrijwaren van eventuele hypothecaire verplichtingen ter gelegenheid van transport bij de notaris;
- dat de vrouw wordt veroordeeld tot betaling aan de man – gelijktijdig met het transport van de woning aan de [A-straat] in geval van toedeling van de woning aan de man of een derde – van een bedrag ter hoogte van de helft van de aflossingen vanaf 6 september 2021 tot aan de transportdatum;
- dat in het geval de man zich niet uiterlijk binnen 6 maanden na de datum van de bestreden beschikking jegens de vrouw schriftelijk bereid en in staat heeft verklaard haar aandeel in de woning over te nemen, – de woning zal moeten worden verkocht en geleverd aan een derde;
- dat in geval de woning zal worden verkocht aan een derde de verkoopopbrengst van de woning, na aftrek de hypotheekschulden, en de gemeenschapsschulden – voor zover wordt aangenomen dat sprake is van een algehele gemeenschap van goederen – tussen partijen wordt verdeeld;
- dat de inboedel aan de vrouw wordt toegedeeld, onder uitbetaling van een bedrag van € 3.000,- aan de man binnen 3 dagen na de betekening van de beschikking aan de vrouw;
- dat de vrouw voor de duur dat zij in de woning aan de [A-straat] verblijft de man een vergoeding verschuldigd is ter hoogte van tenminste de helft van de hypotheeklasten van € 780,- per maand, dan wel een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag;
- kosten rechtens.