ECLI:NL:GHAMS:2024:2965
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en afwikkeling van huwelijksvermogensrecht bij geregistreerd partnerschap
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de afwikkeling van partneralimentatie en de voorwaarden van een geregistreerd partnerschap na de ontbinding ervan. De rechtbank Amsterdam had eerder bepaald dat de man € 889,- per maand aan partneralimentatie moest betalen. De man ging in hoger beroep tegen deze beslissing. Het hof heeft de zaak op 22 oktober 2024 behandeld en kwam tot de conclusie dat de man € 507,- per maand aan partneralimentatie moet betalen, rekening houdend met zijn kinderalimentatieverplichtingen. Daarnaast oordeelde het hof dat de man recht heeft op een vergoeding van € 1.135,50 van de vrouw, en dat de vrouw € 550,- per maand moet betalen voor de gezamenlijke hypotheeklasten over de periode van november 2021 tot juli 2024. Het hof heeft de verzoeken van de vrouw om een gebruiksvergoeding en om de inboedel te verdelen afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren. De uitspraak benadrukt de toepassing van de hofnorm bij het vaststellen van de behoefte aan partneralimentatie, waarbij het gezinsinkomen van voor de scheiding als uitgangspunt wordt genomen. De zaak illustreert ook de complexiteit van de afwikkeling van financiële verplichtingen na de beëindiging van een geregistreerd partnerschap, inclusief de rol van vergoedingsrechten en de verdeling van eigenaarslasten.