ECLI:NL:GHAMS:2024:2860
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van de ondertoezichtstelling
In deze zaak gaat het om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van vier minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4]. De rechtbank Noord-Holland had op 15 maart 2024 de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen verlengd tot 16 maart 2025. De ouders, [de vader] en [de moeder], zijn het eens met de ondertoezichtstelling, maar niet met de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing. Zij stellen dat niet meer voldaan wordt aan de gronden voor deze verlenging. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, verzet zich tegen het verzoek van de ouders en is van mening dat de bestreden beschikking moet worden bekrachtigd. Het hof heeft de zaak in hoger beroep behandeld en op 24 september 2024 de beschikking bekrachtigd. Het hof oordeelt dat de zorgen over de persoonlijke problematiek van de ouders nog steeds bestaan en dat de veiligheid van de kinderen in hun thuissituatie onvoldoende gewaarborgd kan worden. De ouders hebben onvoldoende inzicht in wat zij nodig hebben aan hulp bij de opvoeding van de kinderen en de GI heeft zorgen over de opvoedsituatie. Het hof wijst zowel het primaire als het subsidiaire verzoek van de ouders af, omdat de perspectiefonderzoeken van de kinderen nog niet zijn afgerond en noodzakelijk zijn voor de verdere ontwikkeling van de kinderen.