ECLI:NL:GHAMS:2024:2851
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- J.M.C. Louwinger-Rijk
- M.T. Hoogland
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Gezag over minderjarige en verzoek tot wijziging van gezamenlijk gezag
In deze zaak gaat het om het gezag over de minderjarige [minderjarige]. De rechtbank Noord-Holland heeft op 4 september 2023 bepaald dat de ouders gezamenlijk met de uitoefening van het gezag over [minderjarige] worden belast. De moeder is het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld, terwijl de vader het eens is met de beslissing van de rechtbank. De moeder verzoekt in principaal hoger beroep om het gezag alleen aan haar toe te kennen, terwijl de vader in incidenteel hoger beroep verzoekt om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep en de bestreden beschikking te bekrachtigen.
De zitting in hoger beroep vond plaats op 5 september 2024, waarbij beide ouders en hun advocaten aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder stelt dat gezamenlijk gezag niet in het belang van [minderjarige] is, omdat er geen goede communicatie tussen de ouders is en de vader zich dwingend opstelt. De vader daarentegen is van mening dat gezamenlijk gezag noodzakelijk is voor zijn rol als vader en dat de zorgen van de moeder ongegrond zijn.
Het hof overweegt dat het wettelijk uitgangspunt is dat ouders gezamenlijk het gezag over hun kind uitoefenen. Het hof concludeert dat de communicatie tussen de ouders verbeterd kan worden, maar dat dit niet betekent dat gezamenlijk gezag niet mogelijk is. Het hof bekrachtigt daarom de bestreden beschikking en wijst de verzoeken van de moeder en vader af. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.