Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
[a]lle overige, niet relevante, data (…) vernietigd”
.
(…) III. veroordeelt[klager en zijn collega]
tot het geven van inzage in dan wel afschrift aan[ex-werkgever klager]
van alle correspondentie (schriftelijk en per e-mail) met betrekking tot SME tussen hen onderling en tussen hen en (…), binnen 14 dagen na betekenis van dit vonnis, op straffe van een dwangsom (…);”
(…) V. veroordeelt[klager en zijn collega] toe te staan en te gedogen dat een
deurwaarder van [bedrijf] de gegevens selecteert die onder het gelegde bewijsbeslag (zoals omschreven onder 3.2. van het op 16 oktober 2020 door de rechtbank Midden Nederland verleende verlof) vallen en deze vervolgens aan[ex-werkgever klager]
ter beschikking stelt (…);”
In bovengenoemde zaak heb ik de behandeling van het dossier – volledig – overgenomen van de heer [naam]. Nadere bestudering van het vonnis en de destijds gegeven beschikking noopten mij tot een herziening van de bescheiden die onder het beslag vallen (…). Met herziening bedoel ik het navolgende. Op een van uw gegevensdragers is de bestandsnaam SME aangetroffen (dropbox). De map SME heb ik volledig in beslag genomen nu dit valt onder de beschikking (…). Deze bescheiden heb ik conform opdracht en het gewezen vonnis vrijgegeven aan de advocaten van[ex-werkgever klager]
(...)”.
4.De klacht
5.Beoordeling
alle overige, niet relevante data”waren vernietigd, valt hem evenmin te verwijten. Dat proces-verbaal was immers niet door hem, maar door zijn collega opgesteld. Het hof is daarom, anders dan de kamer, van oordeel dat klachtonderdeel a ongegrond is.