Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.FLYING DUTCHMAN B.V.gevestigd te Amsterdam,
2. BLACK LABEL INVESTMENTS B.V.
4. [appellant sub 4] ,wonende te [Woonplaats 1] ( [Staat] ), Verenigde Staten,
5. [appellant sub 5] ,
1.[geïntimeerde 2] ,wonende te [Woonplaats 3] ,
1.De zaak in het kort
greenhouse) ontwikkeld en in gebruik genomen. [geïntimeerde 2] ' moeder ( [geïntimeerde 2] ) heeft aan de onderneming een bedrag geleend. Na de eerste oogst is de relatie tussen [geïntimeerde 2] en de broers [de broers] ernstig verstoord geraakt. De samenwerking is beëindigd en er zijn vennootschappen ontbonden. [geïntimeerde 2] meent kort gezegd dat de broers [de broers] de ondernemingsactiviteiten in de VS hebben verhangen en hun samenwerkingsproject hebben laten doodbloeden. De lening die [geïntimeerde 2] heeft verstrekt is niet terugbetaald. In kort geding vordert [geïntimeerde 2] dat wordt ingegrepen in de afwikkeling van de ontbonden vennootschappen en wenst hij informatie te ontvangen. [geïntimeerde 2] vordert terugbetaling van haar lening en houdt de broers [de broers] daarvoor aansprakelijk uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid.
2.Het geding in hoger beroep
[appellanten] hebben in incidenteel hoger beroep geconcludeerd dat het hof de vorderingen van [geïntimeerden] zal afwijzen met veroordeling van [geïntimeerden] in de kosten.
3.De vaststaande feiten
HH BV) opgericht, voor de exploitatie van een Nederlandse “
grow shop” voor de verkoop van kort gezegd benodigdheden voor de kweek van cannabis en daarmee samenhangende advieswerkzaamheden. Black Label Investments BV (hierna:
BLI BV)is enig aandeelhouder en bestuurder van HH BV. [geïntimeerde 2] en [appellant sub 5] houden ieder 50% van de aandelen in BLI BV en zijn ieder bestuurder van BLI BV.
FD Holdings LLCopgericht. Via deze vennootschap zijn zij een samenwerking aangegaan met de Amerikaanse investeerder [Persoon 1] (via diens vennootschap
A&S License). In dat kader is FDAS Ventures LLC (hierna:
FDAS) opgericht; FD Holdings LLC en de vennootschap van [Persoon 1] houden ieder 50% van de aandelen in FDAS.
FD Greenhouses LLC) opgericht. Haar enig aandeelhouder is FDAS. In deze Amerikaanse vennootschap is het eerste
greenhousein [Staat] opgezet en ontwikkeld.
A&S A1; opgericht omstreeks juli 2020 ) en in A1 Second Floor LLC (hierna:
Second Floor; opgericht in december 2021). Verder houdt FDAS 50% van de aandelen in FDAS ADA B1 LLC (hierna:
ADA B1; opgericht omstreeks februari 2021). De andere 50% van de aandelen in ADA B1 worden gehouden door
ADA Ventures, een vennootschap van twee Amerikaanse investeerders ( [Persoon 2] en [Persoon 3] )
FD BVopgericht door [geïntimeerde 2] en de broers [de broers] . Aandeelhouders van FD BV zijn [geïntimeerde 2] (30%), [appellant sub 5] (30%) en [appellant sub 4] (40%). Zij zijn ook alle drie bestuurders van FD BV. De hiervoor genoemde Amerikaanse rechtspersoon FD Holdings LLC is een 100% dochter van FD BV.
operating agreementbetreffende FD BV, gedateerd 23 november 2018, ondertekend door de broers [de broers] en [geïntimeerde 2] als ‘
Members’ staat onder meer, onder nr. 42, dat de onderneming kan worden ontbonden “
by a unanimous vote of the Members.” Verder bevat de
operating agreementonder nr. 53 een forumkeuzebeding waarin de rechtbank Amsterdam wordt aangewezen als de bevoegde rechter.
greenhousein [Staat] opgeleverd, voorzien van een koelinstallatie. Het klimaat in [Staat] is namelijk te heet voor de kweek van cannabis.
trailermet een geschatte waarde van € 45.000,00 zijn verpand aan [geïntimeerde 2] .
greenhousevan FD Greenhouses LLC vond op 3 juli 2020 de eerste (en enige) succesvolle oogst plaats.
Memorandum of Understandingopgesteld met het oog op de ontwikkeling van een tweede indoorfaciliteit voor de kweek van cannabis in [Staat] (hierna: de nieuwe faciliteit).
operating agreementafgesloten ter zake van de Amerikaanse vennootschap Holland Hydroponics USA LLC (hierna:
HH USA), waarin zij ieder voor 1/3e deelnemen als
Member. Deze vennootschap heeft als doel “
to engage in purchasing, designing, developing, producing and selling horticultural products and services and related act or activities”
.
operating agreementvoor Second Floor. Uit deze
operating agreement(artikel 3.2(a)) volgt dat Second Floor zich eveneens bezighoudt met het kweken van cannabis.
Building A-1 FIRST FLOORmet ADA B1 als huurder
.Op 3 december 2021 hebben [appellant sub 4] namens A&S A1 als verhuurder en [appellant sub 5] namens Second Floor als huurder een huurovereenkomst ondertekend ter zake van de
Building A-1 SECOND FLOOR.
No mess is going on here other than that we, rightfully and based on grounds we discussed, have fired you from your day tot day duties.
(…)”
B&H) opgericht. Op 1 juni 2022 hebben [appellant sub 4] en [appellant sub 5] en Asher Magry een
operating agreementondertekend ter zake van B&H. Uit een uittreksel (
Statement of Information) uit [Staat] van 3 juni 2022 blijkt dat B&H in plaats van FDAS
Memberis geworden, van Second Floor.
Certificate of Dissolutionuit [Staat] blijkt dat op 3 juni 2022 is geregistreerd dat FD Holdings LLC is ontbonden op grond van een meerderheidsbesluit van de
Members. Het document is door beide broers [de broers] ondertekend.
management salary’ of ‘
Holland Hydroponics USA Salary’. Na oktober 2021 zijn de betalingen gestopt.
Statement of Information) uit [Staat] van 15 oktober 2022 en 3 november 2022 is vermeld dat B&H
Memberis geworden van A&S A1 en van ADA B1.
4.De procedure in eerste aanleg
5.Het geschil in hoger beroep
in principaal hoger beroepvijf grieven aangevoerd, waarvan één voorwaardelijk. Grief I richt zich tegen het oordeel dat voldoende spoedeisend belang aanwezig is en dat de zaak, ondanks zijn complexiteit, geschikt is voor kort geding. Voor het geval dat dat ook in hoger beroep wordt geoordeeld dat de zaak zich leent voor behandeling in kort geding, hebben [appellanten] in (voorwaardelijke) grief V betoogd dat de zaak in volle omvang wordt voorgelegd aan het hof, waarbij ook de competentie aan de orde dient te komen voor zover de vorderingen entiteiten uit de VS betreffen. Met grief II richten [appellanten] zich tegen het oordeel dat [appellant sub 4] en [appellant sub 5] persoonlijk aansprakelijk zijn voor de terugbetaling van de lening aan [geïntimeerde 2] . Grieven III en IV keren zich tegen de toewijzing van de vorderingen tot inzage en afgifte van stukken en de daaraan verbonden dwangsom.
in incidenteel hoger beroepzes grieven gericht tegen het vonnis. Daarnaast hebben zij hun eis gewijzigd. Met hun eerste grief hebben zij zich gericht tegen het oordeel dat FD BV rechtsgeldig is ontbonden bij besluit van 29 november 2021. Grief 2 richt zich tegen het oordeel dat [geïntimeerde 2] niet als zelfstandig vereffenaar van FD BV wordt benoemd, en dat evenmin een onafhankelijk vereffenaar wordt benoemd. Met grief 3 betoogt [geïntimeerden] dat indien het ontbindingsbesluit ten aanzien van FD BV wordt geschorst, [geïntimeerde 2] als bestuurder dient te worden gerehabiliteerd door middel van een rectificatie. Grief 4 richt zich tegen de afwijzing van de vordering tot inzage in en/of afgifte van twee categorieën informatie. Grief 5 keert zich tegen het oordeel dat [geïntimeerde 2] zijn aanspraken op een managementvergoeding niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Met grief 6 betogen [geïntimeerden] dat de dwangsommen ten onrechte zijn gematigd en gemaximeerd.
- de werking van de ontbindingsbesluiten ter zake van FD en FD Holdings LLC schorst en [appellanten] gebiedt geen handelingen te verrichten tot uitvoering van die ontbindingsbesluiten gedurende zes maanden, of als er een bodemprocedure aanhangig wordt gemaakt, voor de duur van die procedure;
- [appellanten] gebiedt [geïntimeerde 2] per direct volledig te betrekken bij de besluitvorming van de Vennootschappen op aandeelhouders- en bestuursniveau en hem te informeren met toelichting en schriftelijke stukken over de (voor)genomen besluitvorming in de vennootschappen sinds 1 november 2021;
- [appellant sub 4] en [appellant sub 5] gebiedt zich te onthouden van uitlatingen die tot de conclusie kunnen leiden dat [geïntimeerde 2] is ontslagen als (middellijk) bestuurder en/of niet langer aandeelhouder is;
- [appellant sub 4] en [appellant sub 5] gebiedt een door [geïntimeerde 2] opgestelde rectificatietekst aan derden te versturen;
6.De beoordeling in het principaal en het incidenteel hoger beroep
Memberop 3 juni 2022 heeft besloten. [geïntimeerden] stellen dat FD BV de
Memberwas van FD Holdings LLC en dat FD BV op dat moment (3 juni 2022) reeds ontbonden was omdat daartoe al op 29 november 2021 was besloten. Verder stellen [geïntimeerden] dat volgens de
operating agreementvan FD Holdings LLC de ontbinding alleen door een unaniem
Member-besluit kan worden genomen. Als er, zoals hier, maar één
Memberis, valt niet in te zien hoe dit een probleem zou kunnen zijn. Voor zover [geïntimeerden] hebben willen betogen dat de
operating agreementvan FD Holdings LLC ook regels bevat over hoe binnen haar (afzonderlijke)
Member(s)besluitvorming dient plaats te vinden of gestemd moet worden, heeft te gelden dat het document (door [geïntimeerden] overgelegd als productie 33) daartoe onvoldoende aanknopingspunten bevat. Dat de Californische of Amerikaanse wetgeving blijkens het overgelegde
Certificate of Dissolutionkennelijk eist dat binnen de
Membereen meerderheid vóór het besluit tot ontbinding moet hebben gestemd, maakt dat niet anders. Wat wel problematisch kan zijn is dat binnen de ontbonden Nederlandse vennootschap FD BV (die de rol van
Membervervulde) kennelijk is gestemd zonder dat [geïntimeerde 2] daarin als bestuurder of aandeelhouder is betrokken. Dat betekent echter niet dat de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt om de werking van een besluit tot ontbinding van een Amerikaanse vennootschap, die zelf niet in deze procedure is betrokken, te schorsen, zoals wordt gevorderd. Niet is gebleken dat [geïntimeerden] stappen hebben ondernomen om de besluitvorming als zodanig in rechte aan te vechten en ongedaan te laten maken (in de Verenigde Staten of in Nederland). Bij die stand van zaken is er geen ruimte voor de Nederlandse rechter om in kort geding de werking van een besluit tot ontbinding van een Amerikaanse vennootschap te schorsen.
greenhousein [Staat] werd ontwikkeld en in de samenwerking met de Amerikaanse partners c.q. investeerders, van 21 november 2021 tot 16 augustus 2022 van essentiële informatie verstoken is gebleven door toedoen van de broers [de broers] door hem de toegang tot de systemen en administratie van de onderneming te ontzeggen. Waar [geïntimeerde 2] niet alleen aandeelhouder maar met name ook bestuurder c.q. vereffenaar van FD BV was, zijn zij daarmee hun boekje te buiten gegaan. Hoe dan ook had [geïntimeerde 2] als bestuurder/vereffenaar immers toegang moeten krijgen tot alle (bedrijfs)informatie met betrekking tot FD BV, al was het maar omdat hij als (gewezen) bestuurder zowel intern (voor het handelen van het bestuur) als extern (voor het handelen van de vennootschap) aansprakelijk kan zijn. Dat hij als (minderheids)aandeelhouder niet zomaar recht op toegang heeft tot alle bedrijfsinformatie, laat onverlet dat hij als mede-initiatiefnemer van het project en als partij bij de tussen partijen vigerende
operating agreementvan FD BV (in wezen een aandeelhoudersovereenkomst) wel ruimhartig geïnformeerd dient te worden over het reilen en zeilen van de vennootschap en de aan haar verbonden onderneming. Voorshands is niet uit te sluiten dat het ook daaraan heeft geschort. De omstandigheid dat [geïntimeerde 2] in de ogen van de broers [de broers] niet goed functioneerde, gaf hen niet het recht hem buiten te sluiten zoals zij hebben gedaan.
operating agreementdie [geïntimeerde 2] en de broers [de broers] op 23 november 2018 hebben gesloten (vgl. 3.7), is vastgelegd dat slechts met unanimiteit tot ontbinding kan worden besloten. Weliswaar laten de statuten, die korte tijd later zijn opgesteld, toe dat hiertoe bij gewone meerderheid kan worden besloten, maar nu uit niets is gebleken dat met de statuten een einde is gekomen aan de
operating agreement, heeft onverkort te gelden dat de afspraken die op 23 november 2018 zijn gemaakt, zijn geschonden, nu de ontbinding kennelijk is doorgezet terwijl [geïntimeerde 2] daartegen was. De gang van zaken rondom de ontbinding van FD BV is des te meer opvallend, nu [geïntimeerden] voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat voorafgaand daaraan de broers [de broers] al afspraken met [Persoon 1] hadden gemaakt over een verdere samenwerking zonder [geïntimeerde 2] . Zij hadden immers vijf dagen voorafgaand aan de ava een
operating agreementgesloten met [Persoon 1] , buiten wetenschap van [geïntimeerde 2] , ten behoeve van (o.a.) de ontwikkeling, productie en verkoop van
horticulturalproducten in HH USA. In december 2021, vlak na de ava van november 2021, heeft FDAS vervolgens een nieuwe vennootschap opgericht die zich ook bezighield met de cannabisteelt (Second Floor) en hebben ADA B1 en Second Floor van A&S A1 ruimte gehuurd ten behoeve van de cannabisteelt.
greenhousesin [Staat] verschillende problemen. Zo was er onenigheid tussen de broers en [geïntimeerde 2] , onder andere omdat de broers ontevreden waren over het functioneren van [geïntimeerde 2] . Daarnaast was er kennelijk sprake van hogere uitgaven dan waarmee bij het opzetten van de onderneming rekening was gehouden, onder andere door technische problemen. Daaruit volgt echter nog niet dat de inkomsten lager waren, zoals door [appellanten] wordt gesteld, met name niet nu de eerste oogst blijkbaar is gelukt. Wel kan daardoor de winst lager zijn uitgevallen dan op voorhand begroot. Daarmee is niet uit te sluiten dat er daadwerkelijk een financiële injectie nodig was voor de onderneming, zoals [appellanten] stellen. Maar zelfs als de Amerikaanse investeerders daartoe niet bereid waren, geeft dat de broers [de broers] - met name in hun hoedanigheid van (voormalig) bestuurder, maar ook als aandeelhouders - niet het recht om met een of meer van deze investeerders, en onder buitensluiting van [geïntimeerde 2] en zonder hem te informeren, een concurrerende onderneming op te zetten waarin de kennis wordt ingezet die in het eerste project is opgedaan en mogelijk ook activa worden gebruikt die toebehoren aan FD BV, zonder dat FD BV daarvoor enige vergoeding heeft ontvangen. Gezien de in het geding gebrachte stukken, waaronder communicatie over de financiering van de (aankoop via de uitoefening van een koopoptie) nieuwe
greenhouse, is voldoende aannemelijk dat de vennootschappen waarbij de broers betrokken zijn, zich nog steeds bezighielden met de productie en verkoop van cannabis, terwijl de activiteiten in FD BV, FDAS en FD Holdings LLC al waren gestaakt. Dat de broers [de broers] zich bezig houden met (consultancy omtrent) het kweken van tomaten, aardbeien en andere legale producten, zoals zij bij de voorzieningenrechter hebben verklaard, is in dat licht niet aannemelijk. Gezien het voorgaande wordt voorbijgegaan aan de betwisting van de broers [de broers] dat zij een concurrerende vennootschap hebben opgezet. Vooralsnog is niet uit te sluiten dat op deze wijze aan FD BV materieel of immaterieel actief is onttrokken. Dit geldt eens temeer nu ten tijde van het ontbindingsbesluit van FD BV de Amerikaanse deelnemingen FD Holdings LLC en FDAS nog niet waren ontbonden. Dat is pas in 2022 gebeurd, nadat eerst – zo hebben [geïntimeerden] voldoende aannemelijk gemaakt – in ieder geval een deelneming van FD Holdings LLC en FDAS was verhangen naar B&H, een vennootschap van de broers [de broers] en [Persoon 1] . Verder hebben [geïntimeerden] erop gewezen dat de
operating agreementvan FDAS bepaalt dat Holdings LLC recht had op managementvergoedingen en (dus) ook daarom mogelijk waarde had. Dit sluit niet uit dat er op het moment van ontbinding mogelijk nog baten waren. Het lag met name op de weg van de broers [de broers] om hierover duidelijkheid te verschaffen. Vooralsnog is dat onvoldoende gebeurd, zodat het ervoor moet worden gehouden dat er mogelijk nog sprake is van nog niet geïnde baten van FD BV wegens vorderingen op derden of acties in het kader van de verhangingen. Dat ook als de door [geïntimeerden] geschetste prognoses voor de verhangen entiteiten juist zouden zijn, er altijd een min onder de streep zou overblijven voor FD BV vanwege het beperkte belang van FD BV in FDAS, zoals [appellanten] hebben betoogd, staat niet op voorhand vast.
HH GC). Daarnaast zijn de broers [de broers] veroordeeld om [geïntimeerde 2] op straffe van een dwangsom inzage te verlenen in, samengevat,:
operating agreementvan HH USA hebben overgelegd met BLI BV als
Member, hebben [appellanten] een
operating agreementvan HH USA overgelegd met [appellant sub 4] als
Member. Het bestaan van de twee verschillende
operating agreementsis niet toereikend verklaard. Dat HH USA een dochter is van HH BV blijkt niet uit de overgelegde stukken. [geïntimeerden] hebben evenmin voldoende onderbouwd dat HH GC een dochter is van HH USA. Bij die stand van zaken is er naar het oordeel van het hof onvoldoende grond in het kader van dit kort geding ervan uit te gaan dat HH USA en HH GC aan HH BV/BLI BV zijn verbonden.Voor zover de informatievorderingen van [geïntimeerden] zien op die vennootschappen zullen zij dus worden afgewezen.
"waarin in welke vorm dan ook financiële of operationele verwachtingen zijn opgenomen ten aanzien van de Groep tussen een Vennootschap en de betreffende derde in de periode van 1 november 2022 tot en met 31 augustus 2022"onvoldoende duidelijk volgt welke stukken zij wensen te ontvangen. Dit deel van de vordering moet daarom wegens onvoldoende bepaaldheid worden afgewezen. Daarmee slaagt de vierde grief van [geïntimeerden] in incidenteel hoger beroep deels.